Linda.
Hoofdstuk 1.
Om beurten zijn wij binnengeroepen bij de directeur van de school. Ik
zit op een school voor automatisering en ben pas naar de hoogste klasse
gepromoveerd. Het laatste jaar. Alleen in dit laatste jaar moeten we
een half jaar stage lopen en dat krijgen we nu te horen. Ze zijn dit
keer achter in het alfabet begonnen. En daarom ben ik zo'n beetje als
laatste aan de beurt. Ik heet van Amoren met mijn achternaam, daarom
dus.
Eigenlijk zie ik er een beetje tegenop om naar binnen te gaan. De
directeur staat bekend als een zeer onaangenaam mens. De jongens van
onze school verdenken hem er van dat hij graag met jongetjes speelt.
Ook ik ben een keer door hem lastig gevallen toen ik bij hem thuis werd
uitgenodigd voor een soort bijles. Maar ik heb hem toen een zet gegeven
en ben er vandoor gegaan. Toen ik het een dag later aan de andere
jongens vertelde, lachten zij: 'vind je het gek, jij bent zo slank en
zo licht, je haar is zo lang dat je wel een meisje lijkt.'
En dat moet ik toegeven. Ik ben niet zo groot, ongeveer
eenmetervijfenzeventig, ik weeg nog geen zestig kilo, meestal zo
zevenenvijftig en zo. En ik ben eigenlijk een beetje trots op mijn
haar. Het is heel licht en ik draag het over het algemeen vrij lang,
tot op mijn schouders. Dat geeft wel eens gemopper thuis, maar ze
hebben zich er mee verzoend dat het zo lang is. Maar daar komt nog bij
dat mijn taille behoorlijk smal is, een stuk smaller dan mijn heupen.
En dank zij mijn licht haar, heb ik ook geen haar zichtbaar op mijn
lichaam, buiten een klein bosje schaamhaar en een beetje onder mijn
armen. Het kleine beetje haar op mijn armen is ook helemaal niet
zichtbaar. Het ergste is nog dat ik ondanks mijn achttien jaren mij nog
niet hoef te scheren.
En dus sta ik nu eigenlijk een beetje angstig op mijn beurt te wachten.
En luister stiletjes naar de opgewonden reacties van mijn
schoolkameraden. De meesten hebben een stageplaats in de buurt
gevonden, maar enkelen toch iets verder weg. Een stuk of vijf zijn
zelfs in het buitenland geplaatst. Twee in London, een in Brussel en
twee in Parijs. Maar eindelijk is het dan zo ver. Als laatste wordt
mijn naam afgeroepen. 'Van Amoren', roept een leeraar.
Met lood in mijn schoenen ga ik naar binnen. Achter het enorme bureau
zit de directeur. Hij kijkt mij over zijn brillenglazen aan. Hij wacht
tot ik voor zijn bureau staat. 'Zo Lin, je bent de laatste vandaag voor
je stageplaats. Ik heb helaas geen plaats hier in de buurt kunnen
vinden voor je. Maar ik denk dat je met deze plaats ook heel tevreden
mag zijn. Een goede vriend van mij wil je graag voor een half jaar in
zijn bedrijf hebben. Het is in het buitenland en ik heb het zo kunnen
arrangeren dat je bovendien een kamer krijgt bij mijn vriend en zijn
vrouw. Ik denk dat je mij wel dankbaar mag zijn.'
Stilletjes hoop ik dat die vriend van hem een aangenamer mens mag zijn
dan hij. Maar goed, ik kan een kamer bij die directeur en zijn vrouw
krijgen, dus dat zit wel snor.
'Eeehhh......., ja meneer de directeur, ........, maar....., maar waar
..........?'
Maar de directeur onderbreekt mijn vraag. 'Ik begrijp dat je benieuwd
bent waar je stageplaats is, maar ik wil je eerst nog iets op je hart
drukken. Ik heb gemerkt dat je niet altijd geholpen wilt worden in je
leven. Maar als je inderdaad het komende jaar met een diploma wil
afsluiten, dan zal je op je stageplaats gewilliger moeten zijn, moeten
luisteren naar je werkgever en zijn vrouw en hun adviezen zonder
problemen moeten accepteren.'
'Heb je dat begrepen, Lin?'
'Eeehhhh....., ja meneer de directeur..........'
'Goed, dat is dan afgesproken. Dan zal ik je nu vertellen waar je
stageplaats is. Zoals ik je al heb gezegd is het in het buitenland. De
reis zal door het bedrijf waar je heen gaat, worden vergoed. Kom maar
mee naar de kaart aan de muur.'
De directeur staat op vanaf zijn stoel en loopt naar de andere wand
waar een enorme kaart van de wereld hangt. Als ik naast hem gaat staan,
voel ik dat hij zijn hand op mijn billen legt. Ik durf mij niet te
bewegen en blijf doodstil staan. Dan wijst hij de plaats aan.
Geschrokken kijk ik naar de kaart, dan kijk ik op naar de directeur.
Hij heeft de oostelijke kant van Istanboel aangewezen. Istanboel in
Turkeije. Hoe kan hij mij zo ver weg sturen?
Geschrokken reageer ik: 'helemaal naar Turkije.........., maar dat kan
toch niet........'
'Ik heb veel moeite moeten doen om voor jou nog iets te vinden. Je
hoeft niet bang te zijn, het echtpaar praat voortreffelijk engels want
het heeft in Amerika gestudeerd. Hij is directeur van een
automatiseringsbedrijf uit Amerika dat een vestiging in Turkije heeft
geopend een aantal jaren geleden. Maar dat wil niet zeggen dat je je
niet aan hun gebruiken mag onttrekken. Ik verwacht dat je opstelling
ook in het stagerapport zal worden meegenomen. Nogmaals zeg ik je dat
je dankbaar mag zijn dat ik dit voor jou heb gevonden. Ik denk dat een
heleboel jongens graag in je plaats zouden willen gaan, maar gezien je
heel goede cijfers ben jij er voor uitgekozen. Je kunt dadelijk alle
gegevens ophalen en je kunt morgen vertrekken. Alles is verder
geregeld. Tickets voor de vliegreis liggen klaar. Je kunt gaan.'
Daar kan ik het mee doen. Ik groet de man vrij kortaf en ga zijn kamer
uit. Als ik buiten kom, krijg ik van onze klasseleeraar en map in mijn
handen geduwd. 'Dit is voor jou, Lin.'
De meeste jongens en meisjes zijn al naar huis. Een jongen en een paar
meisjes hebben nog op mij gewacht. Ze zijn inderdaad jaloers als ik
vertel waar ik heen ga. En langzaam ga ik mij toch met mijn stageplaats
verzoenen.
Maar dan ga ik vlug naar huis. Thuis zijn ze nu niet zo direct blij met
mijn stageplaats, maar als ik vertel dat iedereen jaloers was,
ontdooien ze toch een beetje.
Die avond bekijk ik uitgebreid alle papieren in de map. Het vliegtuig
gaat om een uur of elf van Amsterdam, er zitten papieren bij voor de
directeur van het bedrijf om de gegevens over mijn stagewerk in te
vullen en nog een hoop troep. Tot en met een plattegrond van Istanboel.
Het is wel een enorme stad, dat is zeker. Er zit ook het thuisadres bij
van de familie waar ik dus de kamer krijg en een briefje waarop opstaat
dat ik van het vliegveld word afgehaald. De man zal wachten bij de
balie van de Turkse vliegtuigmaatschappij. Als ik alles heb
doorgenomen, ga ik pakken. Twee costuums, wat overhemden, een aantal
shirts, twee spijkerbroeken, een paar shorts, zwemkleding en natuurlijk
zeep, tandeborstel, pasta en meer van die troep. Ik neem zelfs mijn
electrisch scheerapparaat mee al heb ik dat nog nooit hoeven te
gebruiken.
Ik ga die avond bijtijds naar bed, maar het duurt toch nog wel een
poosje eer ik in slaap val
Hoofdstuk 2.
De andere morgen ben ik al weer bijtijds wakker. Na het douchen en
aankleden pak ik de laatste spullen in. Mijn ouders brengen mij naar
Schiphol en ik ben er ruim op tijd. Na het afscheid nemen en het
inchecken kijk ik nog wat rond, maar dan wordt het tijd om verder te
gaan. Precies op tijd vertrekt het vliegtuig. Ook de reis is leuk en er
is van alles te zien. We maken nog een tussenstop ergens in Bulgarije,
maar dan gaat het verder. Maar tegen de tijd dat we Istanboel naderen
word ik toch wat zenuwachtiger. Wat staat mij te wachten?
Wel, daar kom ik al gauw achter. Als van de band de koffers aankomen
rollen, is mijn koffer er niet bij. Ik wacht nog even, maar er komt
niets opdagen. Geschrokken klamp ik een man aan van het vliegveld. Hij
stuurt mij naar een ander en die vertelt in een moeilijk engels dat
mijn koffer waarschijnlijk in Bulgarije is uitgeladen. Als ik een
formulier invul, dan zal de koffer over een paar dagen wel boven water
komen en zal de koffer worden nagestuurd.
Dat mij dit nu juist moet overkomen. Ik vul het formulier, dat gelukkig
ook in het engels is gesteld, in en geef het terug.
Op zoek naar mijn toekomstige stagebaas. In de hal zie ik al gauw de
balie waar ik moet zijn en bij de balie staat een man in een duur
costuum te wachten. Naast hem een vrouw in een even duur mantelpakje.
Beiden zijn zo begin de veertig en ik moet bekennen dat de vrouw er
fantastisch goed uitziet. Ze is goed opgemakt en ziet er knap uit. Het
mantelpakje laat haar figuur goed uitkomen.
Ik loop op ze toe en steek mijn hand uit. En in mijn beste engels zeg
ik: 'goede middag mevrouw, meneer. Ik ben Lin......, Lin van Amoren.
Als het goed is, staat U op mij te wachten?'
De man lacht: 'ja, dat klopt. Ik zal ons eerst eens voorstellen. Dit is
mijn vrouw, mevrouw Sheharade Karacamis en ik ben Simradi Karacamis.
Kon je het niet vinden? Het vliegtuig is toch al even geleden geland?'
Ik krijg ook een hand van de vrouw. Zijn engels is inderdaad perfect,
alleen een beetje amerikaans. En als zij ook antwoordt klinkt het ook
goed. Dus dat zit wel goed.
Ik vertel dat mijn koffer niet is meegekomen en waarschijnlijk in
Bulgarije al is uitgeladen. En dat ik een formulier heb moeten
invullen. Maar ja, voorlopig zit ik dus zonder kleren. Het kan wel een
paar dagen duren eer de koffer weer boven water is.
De vrouw glimlacht: 'ach, dat is niet zo belangrijk, ik denk dat er bij
ons wel iets is te vinden dat je zal passen.'
Een beetje verstolen kijk ik naar de man. Hij is een stuk forser en ook
breder en dikker dan ik, dus dat zal wel niet lukken. Maar ik knik:
'ach, misschien is de koffer wel vlug terecht.'
Maar dan zegt de man: 'kom, dan gaan we. Ik moet eerst nog even langs
ons bedrijf en dan gaan we naar ons huis.'
Tussen de twee in loop ik naar buiten. Naar een enorme Mercedes.
Bewonderend kijk ik naar de wagen. Een chauffeur houdt netjes de deur
voor ons open als we instappen. We kunnen gemakkelijk met z'n drietjes
achterin. Maar ik moet op de bank tegenover hen zitten.
Vanaf het vliegveld rijden we eerst Istanboel in. In een prachtige wijk
staat het kantoor. Het ziet er werkelijk prestieus uit. Heel veel glas
en ene prachtige tuin er om heen. De deur wordt met veel egards
opengemaakt voor ons. Met de lift gaan we naar de bovenste etage naar
het kantoor van meneer Karacamis. Ook dat is zeer luxueus. Maar
eigenlijk ben ik meer benieuwd waar ik kom te werken, en wat voor werk
ik hier krijg. Maar meneer Karacamis haalt alleen wat papieren op en
dan gaan we weer verder.
In de auto vraagt mevrouw Karacamis van alles over mij. Eerst over mijn
opleiding, over mijn thuis, of ik een meisje heb en meer van die
dingen. Maar ook: 'is je iets verteld over de gebruiken in ons land?'
'Eeehhh.... ja mevrouw, de directeur heeft gezegd dat ik mij aan de
gebruiken van het land moet aanpassen.'
'Goed, Lin. Wij verwachten geen problemen. Thuis kleden wij ons nogal
tamelijk conventioneel. En dat geldt dus ook voor jou.'
'Dat is geen probleem mevrouw.'
Het wordt nog een behoorlijk lange rit. Een rit van ongeveer een klein
uur buiten Istanboel. Maar als we dan eindelijk voor de oprit stilstaan
en het hek opengaat is het nog een stukje rijden. En dan staan we voor
het huis. Met open mond stap ik uit. Zo groots en zo luxueus heb ik nog
nooit een huis gezien. Het is een enorm wit geval, het lijkt wel een
paleis uit duizend-en-een-nacht. Het geheel is omgeven door een
sprookjesachtige tuin. Hoe rijk moet deze man wel zijn?
Een man met een fez op en nogal traditionele kleding wacht ons op.
Meneer Karacamis zegt iets in het Turks en vervolgt tegen mij: 'Amoes
zal je naar je kamer brengen. Er staat een bad klaar en hij zal voor
kleding zorgen zodat je je kunt verkleden. Het is niet nodig dat je
hier in huis in je gewone kleding rondloopt. Aan tafel kan je dan
kennismaken met mijn andere vrouwen.'
Even denk ik dat ik hem niet goed heb verstaan. Nog andere vrouwen?
Maar misschien bedoelt hij zijn dochters of zo. Maar ik volg Amoes naar
binnen. Via een enorme hal brengt hij mij naar een zijvleugel van het
gebouw. Als hij de deur voor mij openmaakt, blijf ik stomverbaasd op de
drempel staan.
Ik sta in een enorme zaal van een kamer. Zeker twintig bij twintig
meter. Overal veel palen en varens, overal zitjes , prachtige kleden op
de vloer. Een enorm bed, enorm grote kasten. Dit moet de zaal zijn waar
vroeger een harem in werd gehuisvest schiet het door mij heen. Amoes
wijst waar de badkamer is, ook dat is in een enorme ruimte. Hij beduidt
dat het bad klaar staat en als ik klaar ben kan ik op dat belletje daar
drukken. Dan komt hij mij halen vertelt hij in gebrekkig engels.
Kleding zal hij op het bed klaarleggen.
Als hij weg is kleed ik mij uit en ga ik in het bad. In het bad kan met
gemak een man of drie in. Lekker laat ik mij in het zachte schuim
weken. Dit is werkelijk heerlijk. Als ze dit op school kunnen zien, dan
zijn ze hartstikke jaloers. Zeker een half uur breng ik in het bad
door. Dan spoel ik het schuim van mijn lichaam en droog ik mij af.
Naakt loop ik terug naar de slaapkamer.. Nou ja, slaapkamer.
Ik ontdek gelijk dat mijn kleren allemaal weg zijn. Niet alleen mijn
costuum, maar ook mijn ondergoed, mijn sokken en mijn schoenen. Alleen
mijn portemonnee en mijn papieren liggen er nog. Zeker meegenomen om te
wassen of zo?
Op het bed ligt een wit gewaad. Dit moet ik zeker aantrekken. Op de TV
heb ik al dikwijls oosterlingen in zo;n soort gewaad zien lopen, dus
hier in huis zal ik ook zoiets moeten aantrekken. Maar er is geen
ondergoed bij. Moet ik dan alleen dit gewaad dragen? Nou ja, vooruit
dan maar.
Ik pak het op. De stof voelt enorm zacht aan. En dun. Het lijkt wel een
soort kaasdoek, witte kaasdoek. Toch trek ik het maar aan. Ik zal wel
moeten, want ik heb niets anders.
Als ik het aanheb en ik voor de spiegel ga staan ontdek ik dat met het
licht van achteren mijn figuur afsteekt in de dunne stof. En als ik
dichter bij de spiegel kom, zie ik dat zelfs mijn tepels duidelijk
zichtbaar zijn in de stof. Gelukkig is ook mijn schaamhaar net zo
lichtblond als mijn gewone haar, dus dat is niet zichtbaar. Naast het
bed staan een paar slippers. Ze hebben een beetje een sleehak, gelukkig
niet al te hoog, maar toch. Ik doe ze aan mijn voeten en blijf dan
aarzelend staan. Moet ik hierin gekleed de rest van de familie
ontmoeten?
Nog even blijf ik zo staan, maar dan druk ik toch op de bel. Na een
paar tellen gaat de deur open en komt Amoes mij halen. Hij zegt dat hij
mij eerst naar de bibliotheek brengt, daar wacht meneer Karacamis op
mij.
Weer kijk ik mijn ogen uit als we door het enorme gebouw lopen. De
bibliotheek is weer aan de andere kant. Ook de bieb is een enorme
ruimte met aan alle wanden boeken en nog eens boeken. Er staat een
groot snookerbiljart en een gewoon biljart. Dat is in elk geval
meegenomen. Tussendoor kan ik nog eens een partijtje biljarten.
Meneer Karacamis staat op van achter een bureau. Gelukkig, ook hij
draagt nu zo'n wit gewaad. Alleen lijkt het mij of de stof van zijn
gewaad een beetje steviger is. In elk geval zie ik bij hem niets
afsteken. Hij wijst op een stoel: 'ga zitten Lin. Dan kan ik even je
werkzaamheden met je doornemen.'
Als ik zit vervolgt hij: 'dadelijk zal je met mijn twee andere vrouwen
kennismaken. Maar eerst wil ik je uitleggen wat voor werk je moet doen.
Ik verwacht dat je het komende jaar mijn drie vrouwen wegwijs maakt in
de automatisering. Dat zij goed kunnen werken met windows, DOS, met WP,
met dBase en een spreadsheetprogramma, alsmede allerlei andere dingen
op het automatiseringsgebied, maar ook vooral op internet. Ik weet van
je directeur dat je heel goed thuis bent met allerlei softwarepakketten
en het is aan jou om mijn drie vrouwen op een hoog niveau te brengen in
die pakketten.'
Verbaasd kijk ik hem aan. Dus ik kom niet op dat kantoor te werken. Ik
moet zijn drie vrouwen inwerken. Maar dat is toch afschuwelijk. Moet ik
zo ervaring opdoen in de automatisering? Gewoon een cursus geven. Maar
wat kan ik doen?
Meneer Karacamis vervolgt: 'we hebben een ruimte ingericht waar
voldoende computers staan, maar waar ook je de mogelijkheid wordt
gegeven om les te geven met allerlei hulpmiddelen. Bovendien hoef je
maar een kik te geven als je iets nodig hebt en het komt er. Er staan
vijf pentiums met 800Mhz voor je klaar plus een groter apparaat waarop
ook weer meerdere beeldschermen op zijn aangesloten. Ik stel voor dat
je daar morgen begint om mijn vrouwen les te geven. Heb je het begrepen
tot dusver?'
'Eeehhhh...., ja meneer Karacamis............'
'Maar?'
'Ik had eigenlijk niet een dergelijk opdracht verwacht. Ik had gedacht
op Uw kantoor een automatiseringsopdracht te krijgen, maar dit is heel
anders.'
'Denk je dat je het niet aan kan?'
'Oh nee, dat zal wel lukken. Het is alleen een verrassing.'
'Wel, dat is dan afgesproken. Kom, dan gaan we aan tafel en kan je met
de rest kennismaken.'
Hij staat op en ik volg zijn voorbeeld. Hij vervolgt: 'we zullen eerst
de dames maar even ophalen in hun atelier.'
Wat hij het atelier noemt, blijkt een enorme ruimte te zijn met
allerlei zitjes, ligbanken, fonteintjes en vijvertjes, veel palmen en
bloemen. Dit is echt een harem.
En hier moet ik zijn vrouwen ontmoeten. Alleen gekleed in deze boernoes
die niets te raden overlaat naar mijn gevoel. Ik voel mij naakt.
Op een grote bank zitten drie vrouwen te praten. Als ze ons zien
aankomen staan ze op. Stom verbaasd blijf ik staan. De oudste heb ik al
ontmoet, de twee anderen zijn jonger. Ergens begin de dertig en de
jongste halverwege de twintig. Het zijn schoonheden. Ze dragen wel een
sluier voor hun gezicht, maar die is van een voileachtige stof en
volkomen doorzichtig. Maar hun verdere kleding. Ook de oudste draagt nu
geen mantelpakje meer. Maar alle drie dragen ze een lange wijde japon
van voileachtige stof en volkomen doorzichtig. Maar door de wijdheid en
de vele plooien is niet te zien wat zij er onder dragen. De kleuren van
hun japonnen zijn verschillend, maar het zijn bij alle drie felle
kleuren en de japonnen zijn rijkelijk versierd met bloemen in allerlei
kleuren.
De oudste, mevrouw Sheharade komt naar mij toe. Ze glimlacht: 'ik ben
blij dat U zich in een meer traditionele kleding hebt gestoken, Lin.
Mag ik U voorstellen aan mevrouw Yasmin, de tweede vrouw van meneer
Karacamis en aan mevrouw Wayisma, de derde vrouw van onze heer.'
Ik krijg een hand van de beide dames en mevrouw vervolgt: 'ik denk dat
wij de komende tijd heel veel met elkaar zullen optrekken. Het lijkt
mij beter als wij elkaar bij de voornaam noemen. Hebt U daar bezwaar
tegen, Lin?'
'Eeehhhh....., nee....., natuurlijk niet mevrouw........
eehhhh........, Sheharade.........'
'Goed, dat is dan afgesproken. Gaat U mee aan tafel.'
Ze steekt haar arm door mijn arm en troont mij mee. Meneer en de twee
andere vrouwen volgen ons. Van alles schiet er door mij heen. Wat moet
deze man enorm rijk zijn, dit huis, drie vrouwen, die pracht en praal.
Maar mijn gedachten worden afgeleid door de vrouw naast mij, aan mijn
arm voel ik de naaktheid van haar lichaam door de flinterdunne stof van
haar japon heen. Ik heb moeite met mijn pik.
Gelukkig komen we in de eetzaal en laat zij mij los. Ook de eetzaal is
berekend op heel veel mensen. Een enorme tafel en ook hier heel veel
bloemen en planten, veel fonteintjes en dergelijke. Achter elke stoel
staat een bediende voor ons klaar. Ik kom tussen de eerste en de tweede
vrouw van meneer Karacamis te zitten.
En dan wordt het eten geserveerd. We krijgen maar liefst vier gangen,
maar het zijn allemaal kleine hapjes. Ik kan mij voorstellen dat het
voor de drie vrouwen genoeg is om aan de lijn te doen, maar ik zou best
nog wel iets lusten. Maar ook meneer Karacamis heeft kennelijk genoeg
aan die liflafjes. En ik durf dus niets bij te vragen. Een volgende
keer maar.
Ook tijdens het diner vragen de drie vrouwen en meneer mij weer van
alles. Soms moet ik blozen als zij directe vragen stellen. En zo komen
zij er achter dat ik nog steeds maagd ben, Ik heb geen meisje, maar ik
heb het ook nog nooit met een meisje gedaan. En op een directe vraag,
nee, natuurlijk ook nooit met een jongen of een man.
Verder verloopt het diner rustig. Als we klaar zijn met het diner,
nemen de drie vrouwen mij mee naar het wat zij noemen het atelier.
Sheharada zegt dan: 'wat je kleding betreft, zo lang je koffer niet is
terug gevonden, kan je wel de gewaden dragen die in de kasten van je
kamer hangen. En als we naar buiten gaan, hangt er ook wel iets dat je
kan dragen. En nog iets, we hebben Amoes aangewezen als je persoonlijke
bediende. Amoes zal je steeds helpen met baden en kleden en al je
verdere wensen vervullen.'
'Maar ....., maar dat is echt niet nodig........, ik kan echt zelf wel
mij wassen en aankleden en zo.'
'Natuurlijk niet, je bent onze gast en onze gasten krijgen alle hulp
die nodig is. We verwachten bovendien dat je de kleding draagt die
Amoes voor je klaar legt.'
Ik laat het maar zo. Al had ik liever een meisje gehad, om me nu door
een man te laten wassen zie ik niet zitten. Maar misschien kan ik het
wel op een akkoordje gooien met Amoes.
Een donker meisje in een zwart dienstbodejurkje en een wit schortje
komt met verfrissingen. Het zijn allemaal alcoholvrije drankjes. Ook ik
krijg een glas aangeboden. Voorzichtig nip ik aan het drankje, het is
behoorlijk zoet.
Als mijn glas leeg is, zegt Sheharada: 'ik zal voor Amoes bellen, dan
kan hij je naar je kamer brengen. Je zal wel moe zijn na de reis.'
'Goed mevr......... Sheharade........, hoe laat moet ik eigenlijk
morgen met de lessen beginnen?'
'Amoes zal je bijtijds wakker maken. De lessen beginnen zeker niet
eerder dan tien uur. Amoes zal je wel naar het leslokaal brengen.'
Als Amoes even later binnenkomt, wens ik de drie vrouwen een goeden
nacht. Nog even werp ik een blik op hen. Ik hoop maar dat zij morgen op
de les iets meer aan hebben, anders zal ik veel te gauw worden
afgeleid. Maar dan volg ik Amoes weer door allerlei gangen naar mijn
kamer.
Op mijn kamer verwacht ik dat Amoes gelijk weer weg zal gaan, maar hij
maakt een bad klaar en komt daarna naar mij toe. Eer ik er erg in heb
heeft hij mij uit mijn witte gewaad geholpen. Naakt neemt hij mij mee
naar het badgedeelte. Zonder meer pakt hij mij op en legt hij mij neer
op een massagetafel. Mijn lichaam wordt gekneed en betast. Geschrokken
laat ik hem zijn gang gaan. Het gebeurt zo onverwachts dat ik zelf geen
tijd heb gekregen om te protesteren. En de vraag is nog of dat wel iets
zou helpen.
Als hij klaar is met de massage smeert hij mijn benen en armen in met
een zalf. Zelfs tussen mijn benen smeert hij het goedje. Dan pakt hij
mij van de massagetafel en stopt hij mij in het hete bad. Even blijf ik
zo liggen, maar dan pakt Amoes een grote spons en sopt hij mijn lichaam
af. Gelaten laat ik toe dat hij mij wast. Na het afspoelen droogt hij
ook mijn lichaam af en neemt hij mij tenslotte weer mee naar de kamer.
Voor de spiegel laat hij mij staan en gaat hij naar de kast. Zeker om
een pyama te zoeken. Maar als hij mij in een broek helpt, schrik ik.
Het is een harembroek die zo doorzichtig is dat alles is te zien. En
voor boven krijg ik net zo bolero als de vrouwen van Karacamis droegen.
Hij bekijkt mij nog even en dan wenst hij mij ook goeden nacht.'
'Goede nacht, Amoes.' beantwoord ik zijn wens.
Als hij weg is bekijk ik mijzelf in de grote spiegels. Dan pas kom ik
er achter dat al het haar van mijn armen en benen en tussen mijn benen
is verdwenen. Slechts een klein bosje schaamhaar is achtergebleven.
Bovendien voelt mijn huid nu ontzettend zacht aan.
Langzaam loop ik rond door mijn kamer. Weer valt de enorme luxe op. In
een kast vind ik een complete TV en audio installatie, zelfs compleet
met CD. In een andere kast een koelkast met allerlei frisdranken. In de
kast die vlak bij het raam staat vind ik een computer. Ik zet de TV aan
en kijk even wat voor zenders er te vinden zijn. De TV is kennelijk
aangesloten op een schotel, want ik zie dat er op het kastje dat er bij
zit onnoemelijk veel kanalen zitten. Ik zet de TV weer uit en ga eens
in de andere kasten kijken. In de eerste kast vind ik net zo'n gewaad
als ik eerder heb gedragen, een aantal in wit, maar ook een aantal in
zachte pastelkleuren. De volgende kast bevat allerlei nachtkleding,
harembroeken als ik nu draag, maar ook flinterdunne nachtjaponnen,
babydolls, dameslingerie als slipjes, BH's, gordeltjes, nylons e.d. Ook
de andere kasten bevatten alleen maar dameskleding. Japonnen, lange,
korte, blouses, rokken, lang en kort, schoenen allemaal met hoge
hakken. In een andere kast vind ik allerlei pruiken en bovendien komt
er een complete toilettafel naar buiten.
Zou dit de kamer van een van zijn vrouwen zijn geweest en is de kleding
maar blijven hangen?
Maar dan kruip ik toch maar in bed. Kennelijk ben ik toch wel moe. Toch
duurt het nog wel even eer ik in slaap val. Er schiet nog van alles
door mij heen.
Hoofdstuk 3.
De volgende morgen word ik door Amoes gewekt. Het is net even voor acht
uur. Hij zet een bankje over mij heen en daar op zet hij een blad met
het ontbijt. Ook nu is het weer niet veel. Een cracker met jam,
grapefruitsap, een glas melk en wat fruit. Daar moet ik kennelijk de
dag mee beginnen.
Terwijl ik met mijn ontbijt bezig ben, ruimt Amoes mijn boernoes van
gisteren op en gaat hij naar de badkamer om het bad vol te laten lopen.
Als ik klaar ben met mijn ontbijt helpt hij mij uit bed en weer uit
mijn kleren. Ook nu krijg ik weer een beurt op de massagetafel en
daarna stopt hij mij in bad. Weer word ik uitgebreid gewassen. Na het
afdrogen neemt hij mij mee naar de kamer. Hij rommelt wat in de kasten
en komt weer met een boernoes aanzetten. Een hele zachte mintkleur dit
keer. Met een beetje afschuw kijk ik naar het gewaad. Het is van
dezelfde stof als de witte van gisteren. En als ik hem aanheb zie ik
dat de stof weer net zo doorzichtig is als die witte van gisteren. Ik
probeer hem duidelijk te maken dat ik liever iets anders aan heb, maar
Amoes reageert er niet op. De slippers zijn in dezelfde kleur en hebben
ook een kleine sleehak. Een beetje vertwijfeld bekijk ik mijzelf in de
spiegel. Moet ik nu werkelijk hier in rondlopen. Dat is toch van de
zotte.
Het is intussen bijna negen uur geworden. Amoes beduidt dat ik met hem
mee kan naar de tuin.
Dat is weer wat anders, dus volg ik hem naar de tuin. Het is er
prachtig, echt een oase van rust. Er is verder niemand, alleen in de
verte zie ik een paar mannen aan het werk. Rustig ga ik op een bank
zitten en kijk wat rond.
Maar om half tien komt Amoes mij weer halen. Hij beduidt dat hij mij
naar het leslokaal wil brengen. Ik volg hem naar binnen, weer naar een
ander deel van het enorme gebouw.
Ook in het leslokaal kijk ik mijn ogen uit. Daar is het leslokaal van
onze school niets bij. Zeker een stuk of tien computers en een vijftal
beeldschermen dat op een centrale unit, een AS 400, is aangesloten.
Bovendien is er een computer aangesloten op een groot beeldscherm. Het
ziet er allemaal heel professioneel uit. Maar daar blijft het niet bij.
Ook hier veel bloemen, planten, vijvertjes en dergelijke. Ook een
aantal kasten met volop boeken over automatisering. Vlug kijk ik alles
na. Waar de computers mee opstarten en zo meer. Ik zal straks aan de
dames vragen of ze een voorkeur hebben om ergens mee te beginnen. Maar
eigenlijk kan ik het beste beginnen met het tekstverwerkingspakket.
Precies om tien uur gaat de deur open en komen de drie dames binnen.
Aan de ene kant terleurgesteld, aan de andere kant opgelucht begroet ik
de drie. Alle drie dragen ze een mantelpakje. Sheharada een grijs
mantelpakje dat haar voortreffelijk staat, Yasmin een lichtblauw en
Wayisma, de jongste een roze mantelpakje. Het rokje van deze laatste is
behoorlijk kort.
Ze begroeten mij uitbundig. Een beetje overdonderd vraag ik: 'hebben
jullie een voorkeur om ergens mee te beginnen?'
Dat hebben ze niet, dus stel ik voor om maar met tekstverwerking te
beginnen. Op het grote scherm laat ik zien hoe alles wordt opgestart en
de dames doen het na op hun eigen computer. In het begin ben ik nog wat
zenuwachtig, maar na een half uurtje gaat alles vanzelf. Zo nu en dan
kijk ik bij hen, geef wat aanwijzingen. En begin ik het werk wel leuk
te vinden.
Na een uur geef ik een kwartier pauze en komt het dienstmeisje weer met
verfrissingen en een versnapering. Een zeer zoete versnapering mag ik
wel zeggen.
We zitten bij elkaar in de hoek van het lokaal waar een zitje staat.
'Willen jullie het tweede uur iets anders doen of nog doorgaan
hiermee?'
Sheharade antwoordt: 'laten we nog maar een uur doorgaan, dan kunnen we
vanmiddag nog een uurtje iets anders doen.'
'Hoef ik dan maar drie uur les te geven op een dag?'
'Ja, dat is genoeg, je hebt bijna een jaar de tijd om ons alles te
leren. Bovendien zal je sommige lessen toch wel voor moeten bereiden,
nietwaar.'
Ja, daar heeft zij ook gelijk in. Ik zal toch ook eens moeten kijken
hoe ik hier in internet kom. Het programmeren op de AS400 heb ik wel
geleerd, maar ik zal hete toch nog een keertje moeten nakijken.
Dus ga ik na de verfrissingen door met de tekstverwerking. Ik laat ze
briefjes naar elkaar toe schrijven op de computer en daarna uitprinten.
Het valt mij eigenlijk mee hoe ze willen leren en hoe gauw ze het
eigenlijk oppakken. Wel moet ik bekennen dat ik het soms toch wel
moeilijk heb als ik naar het korte rokje kijk van Wayisma of in het
vrij diepe decollete van het jasje van het mantelpakje.
Even na twaalf uur nemen zij mij mee voor de lunch. Ook nu is het weer
veel fruit en kleine hapjes. Al doen die vrouwen nu aan de lijn, daarom
hoef ik dat toch niet te doen. Maar we krijgen alles kant en klaar
aangeleverd, dus ik heb weinig kans om iets meer te nemen of zo.
Na de lunch wil ik weer verder gaan, maar Yasmin houdt mij tegen. 'We
gaan eerst even wat zwemmen en daarna gaan we even naar het atelier om
wat te rusten.'
'Dat is goed, dan ga ik maar zo lang naar mijn kamer.'
'Je kan toch mee gaan zwemmen, of kan je niet zwemmen?'
'Ja natuurlijk wel, maar ik heb geen zwembroek.'
'O, je kan er wel een van ons lenen. Die van mij of van Wayisma zal je
wel passen.'
Een beetje onzeker kijk ik haar aan. Maar ze meent het kennelijk. De
drie gaan naar hun atelier en komen even later terug. Bewonderend kijk
ik naar de drie figuurtjes die uit de zaal komen. Ze dragen de kleinste
bikini's die er maar te vinden zijn. De drie zijn niet zo slank als wij
dat in het westen gewend zijn, ze hebben echt het iets vollere figuur
dat in het oosten in is. Maar ze zijn alle drie zo in die bikini het
aankijken best waard. Om niet te zeggen ze zien er heerlijk uit.
Wayisma stopt iets in mijn handen. 'Trek deze maar eerst onder je
bournous aan. Ik denk wel dat deze je zal passen.'
Ik volg de drie naar buiten. Achter het huis ligt een groot zwembad,
deels overdekt. Als de drie vrouwen even uit zicht zijn trek ik vlug de
zwembroek onder mijn bournous aan. Erg groot lijkt het mij niet. Maar
het zal maar moeten.
Alle drie springen ze gelijk in het water. Ik blijf aan de rand even
aarzelend staan. Wayisma lacht: 'kom, durf je niet.'
'Ja natuurlijk wel, maar.......'
Maar op dat moment krijg ik een ruk aan mijn been en val ik met
bournous en al in het water. Gelijk krijg ik zowel Yasmin als Wayisma
over mij heen en drukken zij mij onder water. Proestend kom ik weer
boven en zwem een stuk uit hun buurt. Maar de bournous hindert mij
behoorlijk, dus als ik een stukje bij hen vandaan ben, trek ik het
kletsnatte ding vlug uit.
Als het tweetal weer achter mij aan zit, zwem ik zo vlug mogelijk naar
het andere eind van het zwembad. Het is een ruim vijftig meter zwembad
dus uitermate geschikt om baantjes te trekken. Maar de vrouwen spelen
liever wat in het water. Er komt een bal bij en we spelen wat met de
bal, gooien naar elkaar en proberen de bal van elkaar af te vangen. Ook
Sheharade doet nu goed mee.
Maar na een half uurtje vinden zij het genoeg. We gaan uit het water en
krijgen een baddoek van een meisje. Aan de rand van het zwembad drogen
we ons af en als we zijn afgedroogd krijgen we alle vier een badjas om.
Met z'n viertjes lopen we terug naar het gebouw.
Bij de ingang van hun atelier blijf ik aarzelend staan. Ik zal nu wel
naar mijn eigen kamer moeten, maar hoe vind ik die in die wirwar van
gangen.
Maar Sheharade zegt: 'er is hier nog een vierde kamer. Jij kan daar wel
een bad nemen.'
'Maar mijn bournous is kletsnat, ik kan die toch niet meer aantrekken.'
'Ik zal er wel een klaar laten leggen. Je hoeft niet helemaal terug
naar je eigen kamer.'
Dus volg ik de drie naar hun atelier. Aan de zijkant van het atelier
zijn hun kamers. Vier stuks, dus dat klopt. Ik krijg de aller
achterste. Zodra ik binnen ben, kijk ik even rond. Zouden de haremdames
vroeger ook zo'n prachtige kamer hebben gehad. Het ziet er ruim en
luxueus uit. Een prachtig groot bed, ook hier veel bloemen en planten,
een zitje, een bar, een TV-kast, nee, het ziet er ook hier allemaal
compleet uit.
In de er achter liggende badkamer zie ik dat het bad al is volgelopen.
Vlug doe ik de badjas uit. In de spiegel zie ik nu pas goed de
zwembroek die ik aan heb. Het is wel een zeer klein tangaslipje. Het
laat mijn billen volkomen vrij en de voorkant kan maar net mijn
gevalletje omvatten. Erg veel bedekt het in elk geval niet.
Ik trek het uit en laat mij in het warme water zakken. Ook dit is weer
een heerlijk schuimbad. En gelukkig geen Amoes die aan mijn lichaam
zit.
Na het baden, schoonspoelen en afdrogen en het bad leeg laten lopen ga
ik terug naar het woongedeelte. Op het bed ligt iets klaar en naast het
bed staan een paar slippers. Moet ik dat aantrekken?
Het is net zo'n gewaad als de drie vrouwen gisteren aan hadden.
Aarzelend pak ik het op. Ook hiervan is de stof voileachtig. Ik kan dit
toch niet aantrekken? Maar wat anders? Ik zie dat ook de badjas al is
weggehaald.
En dan trek ik het ding toch maar aan. De kleuren zijn niet zo fel als
de kleding van de drie vrouwen gisteren, maar het zijn meer zachte
pastelkleuren. Maar ook dit gewaad is overdadig voorzien van allerlei
bloemen/ De stof is werkelijk flinterdun, maar als ik het aan heb, zie
ik in de spiegel dat er eigen weinig te zien is. Alleen maar omdat het
ding zo wijd is en in plooien om mijn lichaam valt.
De slippers zijn in dezelfde kleur uitgevoerd. Maar hebben een klein
hakje van ongeveer een drie centimeter hoog. Als ik ook die aan mijn
voeten heb gedaan, voel ik mij opgelaten. Dadelijk loop ik in dit
gewaad rond en hebben de drie vrouwen weer een net mantelpakje aan.
Toch ga ik zo gekleed terug naar het atelier. Er is nog niemand, maar
al gauw komen ze ook aan. Gelukkig dragen ze alle drie nu ook zo'n
gewaad, alleen van hen in felle kleuren.
Sheharade glimlacht even als zij mij ziet. Maar ze zegt alleen maar:
'we gaan nu eerst een uurtje rusten. Wil jij nu ook gaan rusten? Dat
kan hier ook wel, hoor.'
'Eeehhhhhh........, nee hoor......, nee, ik ga wel naar het leslokaal
om mij voor te bereiden.'
'Dat is goed. Tot over een uurtje dan.'
Nog even kijk ik naar de drie vrouwen. Zouden zij ook naakt onder hun
gewaad zijn? Net als ik? Maar ja, hoe kom ik daar achter. Maar dan ga
ik vlug naar het leslokaal.
Hoofdstuk 4.
Vier dagen ben ik hier nu al weer. Wat er allemaal is gebeurd? Wel, om
te beginnen is mijn koffier niet boven water gekomen. Dus loop ik elke
dag nog in een bournous. Ik ben er al aardig aan gewend, dus maak ik er
verder helemaal geen problemen mee.
Het lesgeven gaat ook prima. We zijn al een paar keer op internet
geweest, ze hebben de tekstverwerking al aardig onder de knie en ook
het spreadsheet-programma beginnen ze te snappen. Aan de AS 400 heb ik
mij nog niet gewaagd. Laat ze eerst maar de PC goed onder de knieen
krijgen. Zelf ben ik wel al bezig geweest op de AS en heb ik daar het
programmeren wat opgehaald.
Er is zelfs nog een uurtje bijgekomen, in de morgen een half uur en 's-
middags een half uur. En dan krijg ik les. Les in het Turks.
Het eten is nog niet veel veranderd. Veel van die liflafjes en die
zetten niet erg aan. Maar kennelijk raakt mijn maag er aan gewend, dat
hongergevoel dat ik in het begin had, heb ik nu niet meer.
Amoes verzorgt mij nog steeds. Helpt mij met baden, met masseren, met
aankleden al heeft dat niet veel om het lijf, en zorgt er ook voor dat
mijn lichaam haarloos blijft.
Meestal gaan we 's-middags een half uurtje zwemmen, maar we zijn ook
een keer gaan golfen. Even buiten het gebouw ligt een behoorlijk groot
golfterrein. En al kan ik er niet veel van, ik vond het toch wel leuk.
Ook nu zijn we net terug van het zwemmen. Tot nu toe heb ik elke keer
in de vierde kamer een bad genomen en mij aangekleed, meestal in zo'n
veelkleurig gewaad. Ook daar maak ik mij niet meer druk over.
Ik ben klaar met baden en ga terug naar het woon-slaapgedeelte. Er zal
wel weer een dergelijk gewaad klaar liggen op bed. Maar nee, het is dit
keer iets anders. Verwonderd kijk ik er naar. Er ligt in elk geval een
slipje, dat is al wat. Een heel zacht geel flinterdun en tamelijk
doorzichtig tangaslipje. Even aarzel ik, maar ik heb niets anders, dus
zal ik wel moeten. Ik trek het slipje aan en stop mijn gevalletje zo
goed als het gaat weg.
Nu de broek die klaar ligt. Ik trek de broek aan en kijk even in de
spiegel. Het is een wijde harembroek, die strak sluit rond mijn taille
en rond mijn enkels. En de broek is volkomen doorzichtig. De
voileachtige stof bedekt werkelijk niets. De randen van de broek zijn
overdadig bewerkt met gouddraad. Voor het bovendeel is er een bolero in
dezelfde stof en ook overdadig afgewerkt met gouddraad. De voorkant
sluit maar half, dus laat het een stuk van mijn borst en zeker van mijn
middenrif vrij. De slippers die naast het bed staan zijn in dezelfde
kleur en ook met goud afgewerkt. En er zitten hakjes onder van zeker
een zes centimeter.
Het wordt steeds gekker. Ik zal toch maar eens zeggen dat ik voortaan
naar mijn eigen kamer ga om mij om te kleden, want dit is toch
werkelijk niets.
Maar........, zouden de drie nu ook zo gekleed zijn. Ik ben benieuwd,
want dan valt er veel te genieten. Hoopvol gestemd ga ik treug naar het
atelier. En als de Sheharade, Yasmin en Wayisma ook binnenkomen, zie ik
dat zij net eender zijn gekleed als ik. Alleen dragen zij een BH onder
de bolero. Maar door de doorzichtigheid van de stoffen is er toch nog
wel tamelijk wat te zien. Genietend kijk ik naar de drie figuurtjes.
Het is werkelijk een lust voor het oog.
Maar ja, ik kan hier niet blijven. Ik zal naar het leslokaal moeten om
mij voor te bereiden. Na nog een blik op het drietal te hebben
geworpen, zeg ik: 'ik ga naar het leslokaal, ik zie jullie straks wel.'
Maar Sheharade houdt mij tegen: 'blijf nog even hier. Het leslokaal
loopt niet weg.'
Natuurlijk laat ik mij overhalen om te blijven. Het dienstmeisje brengt
verfrissingen en Yasmin gaat voor een toilettafel zitten, terwijl de
twee anderen met haar kapsel bezig zijn. Met een schuin oog kijk ik
toe, naar de drie heerlijkheden.
Maar na een tiental minuten zegt Yasmin tegen mij: 'ga jij ook eens
voor de toiletspiegel zitten, dan zullen we jouw haar eens doen.'
Aarzelend kijk ik haar aan. Ik ben eigenlijk wel trots op mijn lang
blond haar en daarom vraag ik: 'jullie gaan het er toch niet afknippen
of zo.'
'Nee hoor, je hoeft echt niet bang te zijn. Kom, ga zitten.'
En dus ga ik voor de toiletspiegel zitten, maar Yasmin zorgt er voor
dat ik met mijn rug naar de spiegel zit. Wayisma en Sheharade frutselen
aan mijn haar. Ze zijn met een kam bezig, maar ook met een andere
apparaat. Wat ze precies doen kan ik niet zien. De vrijwel naakte
lichamen zijn nu dicht bij mij en regelmatig voel ik een naakte huid
langs mijn naakte lichaam strijken. Ik voel dat ik heet word. Ik ben
bang dat mijn pik gaat staan, maar die blijft opvallend rustig in het
piepkleine tangaslipje.
Als ze klaar zijn, bekijken de drie mij uitgebreid. Dan lacht
Sheharade: 'je ziet er werkelijk heerlijk uit, je bent echt een
schatje, eigenlijk heb ik zin om Simradi eens goed te plagen.'
'Hoe wil je dat doen?' vraagt Yasmin.
'Wel, we maken Lin net zo op als wij zijn opgemaakt, we geven hem ook
een BH aan en dan zeggen wij tijdens het eten dat wij voor een vierde
vrouw hebben gezorgd.'
Yasmin en Wayisma schieten in de lach: 'ja, dat doen we.'
Aan mij vragen ze niets, maar ik protesteer: 'nee........., dat doe ik
niet......., je denkt toch niet dat ik gek ben om als meisje te worden
aangekleed.'
'En wat draag je nu dan? Dit is toch ook geen echte mannenkleding.'
'Ja maar.......'
'Kom, doe niet zo flauw Lin. Jij geeft ons elke dag bevelen, laten we
nu jou een keer bevelen.'
Nog aarzel ik. Maar Yasmin streelt even over mijn tepels en drukt
vluchtig een zoen op mijn wang. 'Kom, liefje, laat ons eens een keertje
met jou spelen.'
En dan geef ik toe: 'maar denk er aan, na het eten gaat er alles gelijk
af en ga ik een bournous aantrekken.'
Ze lachen alle drie. 'Ja, dat is goed.'
Yasmin trekt mijn bolero uit en dan begint het drietal. Gelaten laat ik
toe dat zij met een pincet mijn wenkbrauwen bewerken. En dan begint het
optutten, waar ik zelf niets van kan zien omdat ik met mijn rug naar de
spiegel zit. Terwijl Sheharade met mijn gezicht bezig is, plakt Yasmin
kunstnagels op mijn eigen nagels en lakt ze in dezelfde vurige rode
kleur als hun nagels zijn gelakt. Ook de nagels van mijn tenen worden
door Wayisma in die kleur gelakt. Dat kan ik tenminste nog wel zien.
Verder merk ik dat Sheharade een paar kunstwimpers op mijn oogleden
plakt. Nog even is zij bezig en dan is zij kennelijk klaar. Yasmin doet
een BH voor mijn borst en vult de BH met een paar net echt lijkende
kunsttietjes. Wayisma schuift een paar schoentjes aan mijn voeten.
Dan helpen zij mij overeind. Even wankel ik. Deze slippers hebben veel
hogere hakken. Net zo hoog als de naaldhakken van de drie vrouwen.
Maar als ik mij omdraai kijk ik ongelovig naar mijn spiegelbeeld. Mijn
haar is zeer vrouwelijk gekruld en hangt langs mijn gezicht tot net
over mijn schouders. Mijn gezicht is zeer goed opgemaakt. Er is niets
dat nog aan een man herinnert. De make-up is net zo goed verzorgd als
dat van Sheharade en de anderen. In de BH priemen de kunstborsten
vooruit en is een tepel duidelijk zichtbaar in de dunne stof. Ik kan
niet geloven dat ik dat ben, daar in de spiegel.
Tijdens de les kan ik mij maar met moeite concentreren. Bovendien heb
ik moeite met het bedienen van het toetsenbord met mijn lange nagels.
Na de les zorgen de drie vrouwen er steeds voor dat ik bij hen in de
buurt blijf. En als de gong gaat voor het diner nemen zij mij mee naar
de eetsalon.
En als meneer Karacamis binnenkomt, stellen zij mij lachend voor als
zijn vierde vrouw. Ook hij lacht vriendelijk en als hij zijn drie
vrouwen een zoen heeft gegeven, krijg ik ook een zoen op mijn wang.
Aan tafel vertellen de drie wat ze hebben uitgehaald en ze hebben lol
voor drie.
Maar dan wordt Sheharade ineens ernstig: 'Simradi, tijdens het opmaken
en aankleden van Lin hebben we gemerkt dat de remmers goed werken. Ik
denk dat het voor onze opleiding gemakkelijker is als Lin de vierde
kamer bij ons atelier krijgt.'
Meneer Karacamis kijkt bedenkelijk. 'Dat kan natuurlijk niet. Ik wil
niet dat er een man in het haremgedeelte blijft slapen. Bovendien kan
ik niet toelaten dat Amoes in de harem komt.'
'Dat is ook niet nodig. Lin blijft als vrouw gekleed en opgemaakt in de
harem en we nemen Dyoendya als verzorgster van Lin.'
Ongelovig kijk ik naar Sheharade. Ze wil hebben dat ik in de harem kom
slapen. Ze denken zeker dat ik gek ben om in die meisjeskleren te
blijven rondlopen. En opgemaakt. Bovendien Karacamis zal wel gek zijn,
dat is de kat op het spek binden. Dat mijn pik vanmiddag niet ging
staan, kwam door de omstandigheden. De volgende keer staat hij zeker.
En Karacamis vervolgt: 'nee, ik denk niet dat het een goed idee is.'
Maar Yasmin valt Sheharade bij: 'wij weten zeker dat het geen kwaad
kan. De remmers werken zeer goed. Bovendien vinden wij het leuk om met
Lin een beetje te spelen. Het is meestal saai in de harem als je lang
van huis bent.'
'En wat vindt Lin er zelf van? Misschien wil hij wel helemaal niet?'
'Natuurlijk wel, je ziet toch dat wij hem nu ook zo veranderd hebben.'
'Wel, ik stel voor dat we het dan een week proberen. Maar denk er aan
dat de remmers worden toegediend.'
Nu wordt het tijd dat ik mijn stem laat horen: 'u hebt het over die
remmers. Wat bedoelen jullie er mee.'
Het drietal schiet in de lach en meneer Karacimis antwoordt: 'je weet
toch wel dat mannen die in een harem moeten werken worden gecastreerd.
Hun ballen worden weggenomen. Nu jij ook in de harem werkt met mijn
vrouwen hebben we natuurlijk, omdat het maar voor een jaar is, je niet
willen castreren. Maar ik kan natuurlijk niet toestaan dat je de kans
krijgt met mijn vrouwen iets uit te halen. Daarom worden sinds je hier
bent binnen gekomen remmers toegediend. De remmers zorgen er voor dat
je dingetje niet kan gaan staan, maar ook zorgen zij er voor dat je
geen zaad kan produceren. Natuurlijk is het zo geregeld dat als over
een jaar met het toedienen wordt gestopt, je weer gewoon alle functies
terugkrijgt.'
'Maar......, u kunt mij toch zo maar niet............'
'Er zijn duidelijke afspraken met je directeur gemaakt, Lin.'
Ongelovig kijk ik hem aan. De directeur van mijn school is hier mee
akkoord gegaan. Zou dat zijn wraak zijn?
Het is even stil. Maar dan vervolgt Karacamis: 'als jullie Lin kunnen
overhalen om de rest van het jaar als vrouw bij jullie in de harem door
te brengen, dan hebben jullie mijn zegen.'
Zachtjes zeg ik: 'en als ik niet wil meewerken?'
Sheharade antwoordt: 'dat is nogal eenvoudig. Dan zijn wij niet van
plan om zoals dat tot nu toe het geval was, je lessen met veel
interesse te volgen. En ik denk dat je dan naar je diploma kan
fluiten.'
Weer is het stil. Daar zit ik dan. Als vrouw opgemaakt, als vrouw
gekleed. En ik word door die drie vrouwen voor het blok gezet. Als ik
nee zeg, werken zij mij steeds tegen. En krijg ik toch die remmers
toegediend. Dat gaat natuurlijk gewoon door. Zal ik dan maar toegeven?
De kleding waar ik tot nu in rondliep was ook niet om over naar huis te
schrijven.
'Goed, jullie krijgen je zin. Ik zal meewerken.'
De drie vrouwen springen op. Trekken mij van mijn stoel en ik word
uitgebreid gezoend. Vol op mijn mond nog wel.
Yasmin lacht: 'je bent een schat, Lin. Eindelijk hebben we er dan een
vierde speelkameraadje bij. We zullen er voor zorgen dat je het
hartstikke fijn bij ons krijgt.'
Sheharade is iets ingetogener: 'het is fijn om je er als jongste zusje
bij te hebben, Lin.'
Even kijk ik naar Wayisma, de jongste. Ook zij zoent mij uitgebreid:
'dan ben ik gelukkig niet meer de jongste, nu ben jij de jongste, Lin.
Tot nu speelden ze graag met mij, nu kunnen ze met jou spelen en ik kan
mee doen. Je bent een schat, Lin.........., nee.......,
Linda..........'
Even kijk ik naar Karacamis. Maar hij kijkt lachend toe. Hij is er
kennelijk van overtuigd dat zijn remmers bij mij werken. Maar waar
zitten ze in? Hoe kan ik het toedienen stoppen? Maar dat is van latere
zorg. Dat zal ik wel uitzoeken.
Na het diner nemen de drie vrouwen mij mee naar de harem. En maak ik
kennis met het meisje dat mij moet gaan verzorgen, Dyoendya. Het is een
knap donker grietje. Ze draagt alleen een veelkleurige B.H. en een
soort kort wikkelrokje in dezelfde kleuren. Aan haar voeten een paar
hoge naaldhakken. Ze neemt mij even mee naar de mij toegewezen kamer en
helpt mij uit mijn kleren. Naakt sta ik voor haar en dan helpt zij mij
met aankleden en het bijwerken van mijn make-up. De kleding die ik
aankrijg heeft niet veel om het lijf. Voor het bovendeel een BH, niet
zo maar een BH, maar een BH die bedekt is met gouden munten. Een roze
BH bedekt met gouden munten. Ook het onderstuk is roze met een
ingebouwd slipje dat ook roze is en behoorlijk doorzichtig.. En de
broek zelf is ook finaal doorzichtig. ook hiervan zijn de randen met de
gouden munten bedekt. De roze schoentjes hebben hakken van zeker een
acht centimeter hoog en ik heb weer moeite om er op te lopen. In mijn
haar krijg ik een roze band voorzien van een diamant. In mijn oren een
paar hangers ook al voorzien van rijkelijk diamanten.
Dan mag ik terug naar de harem. De anderen komen ook al gauw binnen
vanuit hun kamer. Ze zijn alle drie net eender gekleed als ik. De
muziek staat nu aan, zachte oosterse muziek vult de harem. Sheharada
neemt Yasmin in haar armen en samen dansen ze dicht tegen elkaar aan
door de ruimte. Wayisma pakt mijn hand en neemt mij mee naar de
dansvloer. Zij slaat haar armen om mij heen en leidt mij over de
dansvloer. Ze heeft mij dicht tegen zich aangedrukt en ik voel haar
borsten duidelijk tegen mijn lichaam. Ik voel haar mond op mijn mond en
genietend beantwoord ik haar kus.
Zeker meer dan een uur dansen we met elkaar. Meestal met Wayisma, maar
toch dans ik ook met Sheharade en met Yasmin.
Eindelijk stoppen ze met dansen, ik ben ook moe, ben ik dat gewend op
die hoge hakken. Bij een vijvertje laten we ons in de dikke kussens
vallen. Sheharade en Yasmin spelen met elkaar, ik zie dat zij elkaars
lichaam strelen. Wayisma komt nu dicht bij mij liggen en ik voel haar
handen over mijn borst strijken. Weer voel ik haar mond op de mijne,
maar nu voel ik haar tong naar binnendringen. En ik laat mij niet
onbetuigd. Maar ik merk ook dat mijn pik niet gaan staan onder haar
strelingen. De remmingen werken dus kennelijk toch. Het strelen, het
gefriemel, het gezoen maakt mij gek, maar mijn pik gaat niet staan.
Niet lang er na zijn we naakt. Slechts mijn schoentjes heb ik nog aan,
maar verder zijn we alle vier volkomen naakt. We spelen met elkaar.
Vier naakte lichamen glijden over elkaar heen, strelen elkaar, zoenen
elkaar en als we moe zijn van het spelen, tutten wij elkaar op. Mijn
make-up wordt weer helemaal bijgewerkt door Wayisma, mijn nagels worden
gelakt, ik help bij de drie vrouwen om hen op te maken en tot slot
trekken we alle drie een flinterdunne en heel erg korte babydoll aan.
Op de grote kussens in de harem vallen we uiteindelijk in elkaars armen
in slaap.
Hoofdstuk 5.
De andere morgen word ik door Dyoendya meegenomen naar mijn kamer. Zij
wast mij uitgebreid, maakt mij op en tot slot word ik aangekleed. Zeer
vrouwelijk aangekleed. Een B.H., een slipje, een gordeltje en een paar
flinterdunne nylons, een jurkje dat niets te raden overlaat en een paar
bijpassende schoentjes met superhoge naaldhakken van zeker een tien
centimeter hoog. Zo gekleed verschijn ik aan het ontbijt in de harem.
Ook de drie anderen zijn nu gekleed en opgemaakt en dragen een vrijwel
zelfde jurkje als ik.
Zo begint mijn leven in de harem van meneer Karacamis. Wel geef ik elke
dag drie uur les aan zijn drie vrouwen, maar verder is het elke dag
feest. Elke dag word ik zo vrouwelijk mogelijk aangekleed en opgemaakt.
De drie vrouwen spelen elke dag uitgebreid met elkaar, maar ook met
mij. Maar zeer tot mijn ongenoegen krijg ik het niet voor elkaar om
mijn pik te laten staan. En ik kan er ook niet achter komen waar die
remmingen in zitten.
Week na week gaat zo voorbij. Maar als ik mijzelf naakt in de spiegel
zie, dan merk ik dat ik langzaam verander. Mijn pik is nog steeds een
zielig hoopje dat nauwelijks zichtbaar is tussen mijn klein bosje
schaamhaar. Maar op mijn borst beginnen zich langzaam borsten te
ontwikkelen. De A-cup B.H.'s die ik draag hoef ik niet meer met
kunsttietjes op te vullen. Mijn tepels zijn groter geworden en ook het
heuveltje er om heen is donkerder en groter. Mijn taille is ook al
behoorlijk ingesnoerd en mijn huid is veel en veel zachter geworden.
Mijn haar valt nu al ver tot over mijn schouders en komt zelfs tot aan
mijn tepels.
Er is nog een voordeel. In het begin kwam ik de harem niet uit. Nu mag
ik met de drie anderen naar de stad, mag ik winkelen met mijn drie
haremgenootjes. Steeds gaat er wel een mannelijke bewaker mee, maar
daar is mee te leven. En meneer Karacamis is royaal, elke keer als we
de stad in gaan, komen we bepakt en bezakt terug. Altijd veel kleding,
leuke jurkjes, prachtige lingerie, schoentjes altijd met superhoge
naaldhakken, maar ook dure sierraden zoals halskettingen, oorbellen,
armbanden, ringen, kettingen voor de enkels en voor de taille.
De eerste keer dat ik buiten het landgoed kwam had ik het moeilijk. Ik
durfde nauwelijks, maar de drie anderen hebben mij begeleid. Natuurlijk
ging het goed, niemand ie ook maar enige argwaan koesterde, zelfs niet
in de winkels waar ik de kleding moest passen.
En nu ik mijzelf zo naakt bekijk in de spiegel, kan ik er wel inkomen.
Er is heel weinig mannelijks aan mij te ontdekken. Mijn grote angst is,
hoe moet het als mijn stage hier is afgelopen? Dan moet ik terug naar
Nederland en wat dan. Ik heb onmiskenbaar borsten, mijn taille is slank
als van een vrouwelijk model, mijn huid is glad en er is op heel mijn
lichaam geen haartje te bekennen. En dan mijn pik, zou hij dan toch
weer kunnen gaan staan en zaad produceren als ik stop met die remmers.
Raak ik dan ook mijn borsten kwijt of zit ik daar aan vast.
Zo verloopt maand na maand. De drie vrouwen weten nu alles van de
computer, van de verschillende software pakketten, van internet, ze
kunnen al behoorlijk programmeren en ze werken net zo goed op de PC als
op de AS400. Er is niet veel meer dat ik ze kan leren. Binnenkort zit
mijn stage er op. Nog een paar weken. En ook ik heb geleerd. Ik spreek
en schrijf het Turks nu vloeiend.
En eigenlijk moet ik bekennen dat ik hier toch wel een fijne tijd heb
gehad. Bijna is het jaar om en ik ben in dit jaar totaal veranderd.
Uiterlijk natuurlijk ook. Mijn haar komt nu bijna tot aan mijn billen.
Mijn gezicht is veranderd, veel vrouwelijker geworden, evenals mijn
lichaam, mijn taille is heel erg slank, mijn heupen breder, mijn
borsten zijn behoorlijk ontwikkeld tot een B-cup. Mijn huid is
perzikzacht en er is geen haartje op mijn lichaam te bekennen. Ik kleed
mij als vrouw, ik loop als vrouw. Maar ook innerlijk ben ik veranderd.
Ik denk als een vrouw, ik gedraag mij als vrouw, kortom, ik ben totaal
vervrouwelijkt. En eigenlijk kijk ik met angst en beven naar mijn
vertrek. Hoe moet he dan? Kan ik nog wel terug en als man verder door
het leven gaan.
Maar een paar dagen voor mijn tijd werkelijk om is, neemt meneer
Karacamis mij mee naar zijn kantoortje. Ook Sheharade gaat mee.
'Ga zitten Linda, wij willen even met je praten.'
Ik ga op de grote bank zitten tegenover het grote bureau. Sheharade
komt naast mij zitten, vrij dicht tegen mij aan. Ik voel de warmte van
haar lichaam door haar en mijn flinterdunne haremkleding heen.
'Linda, aan het eind van deze week ben je hier een jaar. Ik neem aan
dat je denkt dat over een paar dagen je stageperiode voorbij is en dat
je terug moet keren naar Holland, je diploma moet ophalen en dan aan
het werk moet, niet waar?'
'Eeehhh....., ja meneer Karacamis, maar..............'
'Je ziet tegen je terugkeer op, omdat in dit jaar totaal vervrouwelijkt
bent?'
'Ja......, je meneer Karacamis.'
'Toch zou je over een paar dagen je kostuum weer moeten aantrekken en
zal ik je naar het vliegveld moeten brengen voor je terugkeer.'
'Ik......, ja meneer Karacamis.'
Sheharade wil wat zeggen, maar meneer Karacamis belet het haar en
vervolgt: 'Er is echter een probleem, Linda.'
'Wat..... wat bedoelt U meneer Karacamis?'
'Kijk Linda, ik heb hier je paspoort. Ik heb het laten verlengen voor
je terugkeer.'
Hij schuift mijn paspoort naar mij toe en ik pak het van de tafel. Ik
laat het gesloten en kijk weer naar meneer Karacamis.
'Blader er door, Linda.'
Even aarzel ik en kijk hem aan. Dan sla ik het paspoort open. Als ik op
de bladzijde met de gegevens kom, kijk ik verschrikt op en dan weer
naar het paspoort.
De foto is van mij. Maar niet mijn foto zoals ik hier ben gekomen. Nee,
een foto die pas is genomen, onlangs nog. Als meisje. Opgemaakt en met
mijn lange haren.
Dan vallen mijn ogen op de gegevens. Stilletjes lees ik: 'Linda
Karacamis, geboren van Amoren van het vrouwelijke geslacht.'
Niet begrijpend kijk ik op.
Meneer Karacamis glimlacht: 'je bent nu officieel van het vrouwelijke
geslacht, Linda. Bovendien ben je nu officieel mijn vierde vrouw. Mijn
drie vrouwen zijn zo van jou gecharmeerd dat zij mij herhaaldelijk
hebben verzocht een regeling te treffen zodat je hier zou kunnen
blijven. Je hebt dit jaar meegemaakt hoe je het hier in de harem kan
hebben, dus ik neem aan dat je geen bezwaar zal maken tegen een
verlengd verblijf in de harem of beter gezegd een verblijf in mijn
harem voor goed als mijn vierde vrouw. Ik beloof je dat er voor wat jou
betreft niets zal veranderen. Als ik een van een van mijn vrouwen in
mijn nachtverblijf wens, zal dat over het algemeen jij niet zijn
Linda.'
Het is even stil. Ik moet dit nieuws even verwerken. Ik kan dus hier
blijven. Maar wil ik dat wel. Maar ik zal wel moeten, want ik kan
natuurlijk nooit meer terug als man naar Nederland. Misschien is dit
nog wel de beste oplossing. Ik heb van dit jaar genoten.
Meneer Karacamis vervolgt. 'Er is nog iets dat ik je moet vertellen. Ik
heb begrepen dat er tussen jou en je directeur iets is voorgevallen
waardoor hij waarschijnlijk zich op jou wil wreken. Toen hij jou aan
bood voor die stageperiode, heeft hij er op aangedrongen er voor te
zorgen dat je zeker niet zou slagen voor je diploma en bovendien zou ik
er voor zorgen dat je de rotste baantjes zou krijgen in mijn bedrijf.
Ik wilde dat eerst even aankijken en je dus eerst mijn drie vrouwen een
automatiserings-opleiding laten geven. Je voldeed echter zo goed en
mijn vrouwen wilden niets liever dan je hier houden. Dat is dus via
jullie ambassade gelukt en dus is nu aan jou de vraag: wat wil je,
terug naar huis of hier blijven.'
Weer is het stil. Ik kijk even schuin naar Sheharade, dan naar meneer
Karacamis. Zachtjes antwoord ik dan: 'ik wil hier graag blijven, meneer
Karacamis. Maar de opleiding is achter de rug, wat moet ik dan nu gaan
doen?'
Meneer Karacamis schiet in de lach: 'je bent mijn vierde echtgenote,
Linda. Je kunt mij van nu af aan Simradi noemen. En wat je moet doen?
Gewoon, hetzelfde als Sheharade, Yasmin en Wayisma. Je kan met hen
spelen, je kan verder gaan met de automatisering, internet heeft nog
veel te bieden, er staat je een hele bibliotheek ter beschikking, je
kunt samen met de anderen uitgaan, dus je hoeft je niet te vervelen. Je
kan nu met Sheharade meegaan naar de harem en de anderen het nieuws
vertellen.'
Meneer Karacamis staat op en ook Sheharade en ik staan op. Sheharade
pakt mijn hand en neemt mij mee, naar de harem. Sheharade vertelt het
nieuws en het wordt een dolle boel. Uiteindelijk vallen wij die avond
op de grote kussens in de harem in elkaars armen in slaap.
En als we de volgende morgen wakker worden, begint mijn leven als
mevrouw Linda Karacamis, de vierde vrouw van meneer Karacamis. In de
harem van meneer Karacamis.
Het spelen met de drie echte vrouwen is elke dag wel weer een belevenis
voor mij. Aan mijn pik heb ik niets, staan is er niet meer bij, zaad
produceren evenmin, maar daarom spelen we wel met elkaar. Vooral de
twee jongsten, Yasmin en Wayisma, vinden het heerlijk om met mij of met
elkaar te spelen. Simradi is best wel actief, maar de twee hebben
kennelijk meer nodig. Dus is dikwijls 's-avonds het gelik en het
gestreel niet van de lucht. En ik vind het heerlijk om mee te doen.
Alhoewel Simradi regelmatig een van de vrouwen naar zijn kamer haalt,
heeft hij gelukkig mij nog nooit laten komen. Ik ben dan wel zijn
vierde vrouw, maar hij heeft er kennelijk geen behoefte aan om mij in
mijn kondgaatje te pakken. Gelukkig maar.
Elke dag geef ik nog wel les op de computer. Maar het is nu meer spelen
op internet, of verhaaltjes schrijven op de PC. De middag wordt
dikwijls besteed aan zwemmen, aan winkelen. Kortom ik ben al aardig
gewend aan mijn nieuwe bestaan.
E i n d e.