Hoofdstuk 1.
Robert ? la Roberta
Door Louis van Amoren.
Het verhaal dat ik U ga vertellen, klinkt U misschien een beetje vreemd
in de oren. Maar het is helemaal echt gebeurd. Ik ben nu ??nmaal heel
goed van vertrouwen, dus stap ik overal erg gemakkelijk in.
Maar ik zal eerst even vertellen wie ik ben, dat praat iets
gemakkelijker. Ik ben ongeveer ??n meter vijfenzeventig lang, 61 kilo,
dus nogal slank en 21 jaar oud.
Mijn naam is Robert van Amoren en ik ben van het mannelijke geslacht.
Om dat laatste draait het nu zo'n beetje. Dat mannelijke kunt U wel met
een korreltje zout nemen.
Ik doe wel aan een mannelijke sport als voetbal en ga graag met een
meisje op stap. En dan sta ik best mijn mannetje. Maar er ook nog een
andere kant. 's-Avonds na het eten doe ik de deur van mijn kamer op
slot en dan trek ik dameskleding aan. Dameskleding die ik hier en daar
heb gekocht. Soms in winkels, soms bij postorder-bedrijven. Ik heb nu
verschillende sets, voor de zomer en voor de winter. Lingerie,
schoenen, jurken, blouzes, rokken, maar ook make-up en een paar
pruiken.
Als ik mij dan 's-avonds opdof, dan ben ik met mijn slanke lichaam
precies een grietje. Ik krijg daar een enorme kick van en geniet er
volop van.
Het enige waar ik bang voor ben, is de kans op ontdekking. Niemand weet
dat ik dit doe, niemand weet dat ik een transvestiet ben. Niet op mijn
werk, een rijksinstelling waar ik als ambtenaar werk. En zeker niet bij
de club waarbij ik voetbal en ook de grietjes waar ik regelmatig mee
uitga, weten van niets. Ook het echtpaar waar ik een kamer heb gehuurd
niet. En ik wil daar eigenlijk weg. Vooral omdat ik laatst bijna ben
betrapt.
Op een avond liep ik helemaal opgedoft door mijn kamer te paraderen,
blonde pruik op, leuk opgemaakt, jurk aan met een wijde klokrok,
schoentjes met hoge naaldhakken en de verdere atributen, toen ik iemand
de trap hoorde opkomen. Ik schrok en bleef stokstijf staan. Maar mijn
schrik werd nog erger. Ik had vergeten de deur op slot te draaien en
toen ik zag dat de deur langzaam open ging, kon ik niets anders doen
dan met een noodgang in bed te springen en de lakens over mij heen te
trekken.
Het bleef even stil en toen hoorde ik mevrouw zeggen: 'ik heb hier nog
een brief voor je. Die is vanmorgen bezorgd. Weltrusten meneer van
Amoren.'
Ik hoorde de deur weer dicht gaan en kwam het bed uit. Dat is dus de
reden dat ik in de kranten uitkijk naar een andere kamer of liever nog
een apartement. Maar veel keus is er niet of het is behoorlijk duur. En
zo veel geld heb ik ook niet met al mijn uitgaven ook nog eens voor de
dameskleding en zo.
Er gaan een paar weken voorbij. Ik ga op wat eventuele mogelijkheden
af, maar het wordt niets. Nee, het is moeilijk in Den Haag.
Op een dag lees ik in een weekblad een aardige advertentie:
"Dame zoekt iemand voor een kamer. Bij wat
huishoudelijke hulp geen huur. Brieven aan
nr. BCH 320 v.d. blad."
Het lijkt me wel een beetje vreemde advertentie. Maar ik kan allicht
schrijven.
Dus schrijf ik een kort briefje, dat ik graag voor die kamer in
aanmerking wil komen en zelfs dat ik wel met wat huishoudelijke
werkzaamzaamheden wil helpen. Mijn geslacht zet ik er niet bij en onder
de brief zet ik alleen R. van Amoren en mijn adres. Waarom ik dat doe,
ik weet het niet.
Er gaat een week voorbij eer er een reactie komt. Een klein briefje.
Ze heeft nogal veel brieven ontvangen op de advertentie. Daarom wil ze
een tijd afspreken waarop ik kan langs komen. Donderdagavond van negen
tot half tien ben ik welkom. Het adres staat er bij, geen naam. Het is
wel een beetje uit de buurt. Het is in Utrecht en als je dan in Den
Haag werkt.
Maar wat kan mij dat eigenlijk schelen. Als ik maar een adres heb, waar
ik mij vrij kan verkleden. Het is allicht te proberen.
Het is nu dinsdag, dus nog twee daagjes en dan weet ik meer.
Donderdag, na mijn werk en avondeten, scheer ik me, voorzover dat
eigenlijk nodig is, heel goed. Ook onder mijn armen haal ik het haar
weg. Op mijn borst heb ik niets en ook mijn armen en benen zijn
nauwelijks begroeid.
Daarna neem ik een douche. Heerlijk spoel ik het dagelijkse vuil van
mijn lichaam. Dan afspoelen en afdrogen.
Terug in de kamer blijf ik even staan. Aarzelend kijk ik in de spiegel.
Maar dan neem ik een besluit. Waarom zal ik niet als vrouw gekleed naar
dat adres gaan. Als ik dat doe, kan ik misschien buiten mijn werk wel
altijd als vrouw gekleed rond lopen. Maar hoe moet het met mijn werk?
Onderweg verkleden? Als ik met de trein ga, op de WC. Ga ik met de
auto, ergens onderweg op een stil plekje.
Aarzelend blijf ik staan. Waarom ook niet? Het kan best. Vanavond ook
wel. Ik ga met de trein en kleed me om in de WC. Maar ik ben nog nooit
als vrouw gekleed over straat gegaan. Durf ik wel?
Maar nu krijg ik de kans. Ik doe het.
Ik pak mijn make-up spullen en doe ze in een tasje. Wel doe ik een
beetje parfum in mijn hals. Niet te veel. Wel deodorant onder mijn
armen.
Dan aankleden. Eerst een slipje, een wit piepklein doorzichtig slipje
met ruches. Een BH. Ook wit, ook met kant en ook doorzichtig. Van
schuimrubber heb ik ver-schillende soorten namaaktietjes gemaakt.
Grotere, kleinere. Ze lijken best wel echt. De kleinste stop ik in de
BH. Ik schik ze nog wat totdat het echt lijkt.
Het volgende is een jarretellegordeltje. Natuurlijk wit en met kant. Ik
maak het vast rond mijn middel en trek dan een paar zwarte dunne nylons
aan. Daaroverheen een paar dunne sokken.
Maar dan verder. Wat zal ik verder dragen? Ik kies toch maar voor een
overhemd, een spijkerbroek en een jasje. En mijn gewone schoenen aan.
Het is redelijk weer, dus dit kan wel.
Maar dan mijn dameskleding. In mijn attach?koffertje stop ik een witte
blouze, een zwart rokje en een zwarte bolero. Bovenop leg ik een
langharige zwarte pruik, make-up spullen, wat sierraden en een paar
schoentjes. Ik heb alleen maar een paar schoentjes met hoge
naaldhakken. Het moet maar.
Ik ben er voor klaar. Portemonnee in het tasje, tasje in het koffertje
en op stap.
Met de bus naar het station, retourtje kopen en de trein in.
Het is gelukkig rustig. En het blijft rustig.
Als we Woerden voorbij zijn, ga ik naar het toilet. In het halletje zit
gelukkig niemand en ik schiet het toilet binnen. Deur op slot,
koffertje open.
Eerst maar van kleren verwisselen. Jasje, schoenen, sokken,
spijkerbroek en overhemd uit. Dan optutten. Eerst een bruine cr?me op
mijn gezicht, rouge, eyeshadow, mijn wenkbrauwen bijwerken, wimpers,
lippestift. Langzaam zie ik mijn gezicht in de spiegel veranderen.
Nagellak heb ik niet meegenomen. Vergeten verdorie. Niets aan te doen.
Dan de pruik op. Met een paar spelden zet ik 'm vast aan mijn eigen
haar. Dat zit.
De kleren. Eerst de blouze. De witte, behoorlijk doorzichtige blouze,
lange mouwen, heel wijd en strak rond mijn pols sluitend, dan het
zwarte rokje. Het is redelijk kort. Tot net boven de knie. De bolero
over de blouze heen, schoentjes aan mijn voeten. De zolen zien er nog
als nieuw uit. Alleen nog maar binnen gedragen.
De oorbellen clips ik aan mijn oorlelletjes, halsketting, armband om.
Dameshorloge had ik al aangedaan. Ben ik echt klaar? Durf ik naar
buiten?
Nog eens tuur ik in de spiegel. Ben ik niets vergeten? Ik durf niet.
Maar dan hoor ik omroepen dat de trein Utrecht nadert. De make-up van
mijn gezicht halen en omkleden lukt niet meer voor Utrecht. Dan toch
maar het er op wagen?
Vlug stop ik broek, overhemd, jasje, sokken en schoenen in het
koffertje. Het tasje met een portemonnee en make-up spullen houd ik nu
apart.
Kom, ik waag het. Ik draai het slot om en stap de WC uit. In het
halletje staat nu een vrouw. Zij moet er ook uit in Utrecht. Even kijkt
ze mij aan, maar besteedt verder geen aandacht aan mij.
Ik kijk op mijn horloge hoe lang ik er over heb gedaan. Het valt erg
mee. Het is best te doen elke dag. Het zal wel iets meer kosten, maar
daar staat tegenover dat ik misschien geen huur hoeft te betalen. Dan
ben ik toch nog goedkoper uit. En dan nog het grootste voordeel. Ik kan
elke avond en elk weekend als vrouw gekleed rond lopen. Als man gekleed
weg uit Den Haag, de trein in en dan als vrouw gekleed uitstappen. Wat
wil ik nog meer?
Het huis is vlak bij het station en dus ook niet ver van het centrum.
Ik heb het vrij vlug gevonden en loop nog een straatje om tot het negen
uur is. Het is niet druk op straat en de weinige mensen die ik tegen
kom, letten niet op mij. Ik loop al wat vrijer rond nu.
Een paar minuten voor negen uur bel ik aan. Het is wel een vrij groot
huis. Begane grond, een eerste verdieping en daar boven nog een zolder.
Het is een echt voor-oorlogs herenhuis.
De deur gaat open. Voor me staat een pracht vrouw. Ze is zeker wel tien
centimeter langer dan ik en ik ben toch nog ??n meter vijfenzeventig.
Ze heeft zwart haar, een beetje donker, maar knap uiterlijk. Ze is erg
slank en draagt een zwarte leren broek. Heel erg strak. Daar boven een
zwarte blouze. Je kijkt er dwars doorheen, zo tegen een paar prachtige
tietjes aan. Een BH is er niet bij. Aan haar voeten draagt ze een paar
zwarte laarzen met heel hoge naaldhakken.
Ik denk dat ze een jaar of dertig, vijfendertig is. Ze bekijkt me even
van top tot teen en zegt dan: 'kom binnen.'
Ze heeft een donkere, bevelende stem.
Ik volg haar naar binnen. In de hal zegt ze: 'kom maar mee naar mijn
bureau.'
Ze laat mij voor gaan, de trap op en daar een kamer binnen. Het is een
luxueus kantoortje, alles in het zwart. Een zwart houten bureau met
stoel, drie zwarte leren stoelen, zwarte kasten. Witte vaste
vloerbedekking met een paar zwarte kleedjes er over, zwarte gordijnen.
Ook de wanden en plafond zijn zwart met zilveren lijnen. Het ziet er
prachtig uit.
In de kamer blijf ik besluiteloos staan. Zij gaat achter het bureau
zitten en bekijkt me, bekijkt me van top tot teen.
Even denk ik: 'nu ontdekt ze dat ik geen meisje ben.'
Maar dan wijst ze op een stoel die bij het bureau staat en zegt: 'ga
zitten.'
Dat doe ik en als ik zit, vervolgt ze: 'zo, jij bent dus R. van
Amoren.'
Zacht, om mijn stem niet te verraden, antwoord ik: 'ja mevrouw.'
'Ik heb nogal wat brieven ontvangen op mijn advertentie. Het is voor
mij moeilijk een keus te maken. Je kan dit formulier invullen en dan
maak ik straks een paar foto's van je, dan weet ik wie bij welk
formulier hoort. Accoord?'
'Ja mevrouw, natuurlijk,' antwoord ik, al vind ik het een beetje
vreemd.
Ze vervolgt: 'een aantal zijn natuurlijk al direct afgevallen, maar ik
moet toch nog een keuze maken tussen een stuk tien candidaten.'
Achterdochtig denk ik: 'het lijkt wel of ik voor een baan kom in plaats
van voor een kamer.'
Maar ik neem het formulier aan en pak een pen uit mijn tasje. Ik neem
het formulier door en vul het dan in.
Naam: Roberta van Amoren.
leeftijd: 21 jaar.
lang: 1.75 m.
gewicht: 61 kg.
beroep: rijksambtenaar.
sport: verdorie, ik voetbal, maar dat kan ik natuurlijk niet
invullen, dus
geen sport.
hetero/homo/
lesbisch: j?, wat moet ik daar nu mee. Vooruit maar: hetero.
En zo gaan de vragen verder. Wat ik zo 's-avonds doe. Of ik wel eens
met een vriendje uit ga, of met een vriendin. Of ik al met een vriendje
naar bed ben geweest of met dat vriendinnetje. Mijn antwoord is dat ik
wel eens met een vriendin uitga, dat is tenminste nog waar ook en op de
rest antwoord ik met nee.
Het hemd wordt van mijn lijf gevraagd. Waar ik werk? Of ik kan koken?
Of ik het huis wil schoonhouden? Ik zet er maar ja bij, ik zal wel
zien.
Eindelijk ben ik klaar. Ik stop de pen terug in mijn tasje en geef haar
het formulier terug.
'Ga maar voor de deur staan, dan maak ik een paar foto's van je.'
Gelaten ga ik voor de deur staan en zij schakelt een paar fotolampen
in. Daar sta ik in het felle licht. Zij richt het fototoestel op me en
neemt wat foto's. Steeds uit verschillende hoeken en ik moet ook in wat
verschillende standen staan.
Ze stopt en zegt: 'ga maar even in die stoel zitten.'
Ik ga in de aangewezen stoel zitten en zij neemt tegenover mij plaats.
Ze neemt het formulier door.
'Je bent dus nog nooit met een vriendje naar bed geweest?'
'Nee mevrouw, echt niet.'
'Ook nooit met dat vriendinnetje een beetje gevrijd?'
Aarzelend kijk ik haar aan. Wat zal ik zeggen?
Maar mijn zwijgen neemt ze op als ja. Ze knikt even en leest verder.
Dan kijkt ze op. 'Ga naar de keuken, zet melk op, schenk twee kopjes
koffie in en breng het hier boven.'
Het is meer een bevel dan een verzoek. Maar ik sta op en ga naar de
keuken. Ook hier is alles zwart, zelfs de tegels, de koelkast, het
fornuis, de kastjes. Alleen de muren en het plafond is zilverkleurig.
Ik zet de melk op in een zwarte pan, doe wat koffie uit een zwarte
koffiepot in twee zilveren kopjes, suiker er bij in een kannetje. Als
de melk kookt, giet ik dat in de kopjes.
Dat alles breng ik op een zwart dienblad naar boven. Ik tik netjes aan
de deur en pas als ze 'ja' zegt, ga ik naar binnen. Ik geef haar haar
koffie en ga dan ook weer zitten.
Onder haar blikken drink ik mijn kopje leeg en wacht af. Ik voel mij
niet helemaal happy onder haar doordringende blikken. Dadelijk ontdekt
ze nog dat ik een man ben. Dan kan ik die kamer helemaal wel vergeten.
Het wordt nog erger. Ze laat mij weer staan en loopt even om mij heen.
Ze bekijkt me nauwkeuriger, maar zegt niets.
Even plotseling is het weer afgelopen.
'Ik heb nog trek in een kopje koffie. Schenk voor mij nog eens in,'
klinkt het onverwachts.
Ik vlucht naar de keuken, blij dat ik onder haar indringende blik
vandaan ben. In de keuken kom ik weer een beetje tot rust. Op de klok
zie ik dat het al lang half tien is gepasseerd. Het is even voor tien
uur. Een goed teken dat het langer duurt dan een half uur? Ik weet het
niet.
Ik schenk voor haar een kopje koffie in. Zelf durf ik niet te nemen. Ze
heeft niet gezegd dat ik ook nog een kopje mag, dus neem ik zelf maar
niets.
Terug in het bureau geef ik haar haar koffie. Ik wil weer gaan zitten,
maar ze beduidt dat ik voor het bureau moet blijven staan.
'Roberta, je hoort morgen of je de kamer kan krijgen ja of nee. Het
telefoonnummer staat op het formulier, neem ik aan?'
'Ja mevrouw. Maar ......, maar mag ik de kamer niet even zien>'
'Nu niet. Pas als ik heb beslist of je de kamer krijgt. Eerder niet.'
'Maar .......'
Ze onderbreekt me: 'Als je de kamer krijgt, moet je ??n ding weten. Ik
houd van orde en netheid. Niet alleen jouw kamer zal er altijd netjes
moeten uitzien, ook alle andere opdrachten die ik je geef zal je netjes
en ordelijk moeten uitvoeren. Ik hoop dat je dat goed begrijpt. Verder
ben ik erg streng. Vind ik dat het je aan orde en netheid ontbreekt,
dan zal ik je zelfs moeten straffen.'
Zacht antwoord ik: 'ik ......, als ik de kamer krijg, dan zal ik mijn
uiterste best doen mevrouw ........'
'Goed. Dan kan je nu gaan. Morgen weet je of je de kamer kan krijgen.'
'Goed mevrouw. Dank U wel mevrouw. Ik ......'
Maar ze beduidt dat ik kan vertrekken.
Ik pak mijn tasje, draai mij bij de deur nog even om en zeg zachtjes:
'goeden avond, mevrouw.'
Maar ik krijg geen antwoord en ik maak dat ik het huis uitkom.
Hoofdstuk 2.
Buiten kom ik een beetje bij. Langzaam loop ik terug naar het station.
Dat is niet mee gevallen. Het is een schoonheid van een vrouw, maar of
het voor mij een ideale plek wordt om ongestoord als vrouw gekleed rond
te lopen zonder dat zij het merkt, dat betwijfel ik.
Nee, ik geloof niet dat ik dit moet doen. Laat ik maar rustig in Den
Haag blijven.
Ook op de terugreis is het vrij rustig in de trein. Zodra de trein is
vertrokken ga ik al naar het toilet. Voor de spiegel haal ik de make-up
van mijn gezicht en was mijn gezicht een beetje. Vlug kleed ik mij om.
En tien minuten later zit ik weer netjes als man gekleed in een coup?.
Toch vraag ik mij af hoe het moet als het druk is in de trein. Dan
krijg ik natuurlijk helemaal geen kans om mij om te kleden. In de spits
zitten er altijd wel mensen in het halletje van de trein. Op het
station zelf is ook moeilijk met die gescheiden dames en heren-WC's.
Nee, dat wordt niets. Hooguit kan ik met de auto gaan en mij ergens op
een stil plekje omkleden. Maar kom. Misschien wil zij mij helemaal niet
hebben.
Nu pas schiet het mij te binnen dat ik helemaal niet weer hoe ze heet.
Vreemd dat zij niets heeft gezegd.
Eer ik thuis ben is het al vrij laat. Vlug was ik mij nog even, trek
een heerlijk doorzichtige nachtjapon aan en kruip in bed. De andere
morgen moet ik weer vroeg op en naar mijn werk. Netjes als man gekleed.
Maar onder het costuum draag ik wel een heel erg vrouwelijk slipje.
's-Avonds, op mijn kamer kleed ik mij niet om. Misschien belt ze toch
nog wel. Dus blijf ik als man gekleed wachten.
Om een uur of half tien word ik door de huisbaas gewaarschuwd dat er
telefoon is. 'Tenminste, ik neem aan dat het voor jou is. Die mevrouw
vroeg naar Roberta van Amoren.' Ik merk dat zijn stem achterdochtig
klinkt. Maar ik ga er niet op in. Op de overloop hangt ook een telefoon
en daar neem ik op.
Het is ze.
'Je kan de kamer krijgen. Ik verwacht je morgen om twee uur hier.'
'Maar ....., ik heb hier nog voor de hele maand vooruit betaald en
....., als ik bij U ook moet betalen...... Zoveel geld heb ik niet.'
'Daar heb ik niets mee te maken. Ik verwacht je morgen om twee uur. Tot
morgen.' Een klik en de telefoon is dood.
Verslagen leg ik de telefoon neer. Wat moet ik nu?
Op mijn kamer ga ik op de rand van mijn bed zitten. En overdenk de
situatie. Het is niet eenvoudig. Daar zit ik nu. Misschien hoef ik in
Utrecht niet veel te betalen als ik haar help met het huishouden. Het
is te hopen. Maar doe ik er wel goed aan om daar te gaan wonen. Wie
weet wat er gebeurt als zij ontdekt dat ik een jongen ben en geen
meisje. En hoe ga ik op en neer reizen. Toch maar met de auto en dan
onderweg ergens stiekum omkleden.
Die avond kom ik er niet uit. Ik ga vroeg naar bed en ben zo onder de
indruk van het gebeuren dat ik mijzelf zelfs niet als vrouw omkleed.
Gewoon naakt kruip ik in bed. En het duurt lang eer ik in slaap val.
Ook de volgende morgen ben ik er nog niet uit. Het is al tien uur. En
nog heb ik geen besluit genomen. Besluiteloos maak ik een kast open.
Ook de andere kast die altijd op slot zit en waar mijn dameskleren in
zitten. Mijn handen gaan strelend over de zachte stoffen.
En dan neem ik een besluit. Ik doe het.
Eerst ga ik naar beneden en zoek de huisbaas op.
Ik vertel hem een verhaal dat ik een kamer bij familie kan krijgen,
zodat ik de huur van mijn kamer moet opzeggen. Het is gelukkig nog in
het begin van de maand en hij vraagt gelukkig niet nog een maand extra.
Hij vraagt gelukkig niet al te veel en ik schrijf alleen het adres op
een briefje om eventueel de post na te sturen.
Gelukkig, dat is achter de rug. Boven op mijn kamer was ik mij vlug en
ga mij dan kleden. Weer trek ik onder mijn costuum een BH, een slipje,
een gordeltje en nylons aan. Ik pak twee koffers, in ??n gaan mijn
mannenkleren, in de andere mijn dameskleren. In een klein koffertje
stop ik een blouze, een rok, schoentjes, een pruik en make-up-spullen.
Sierraden stop ik in de zak van mijn colbert.
Twaalf uur ben ik klaar. Pak mijn koffers en ga naar beneden. Ik neem
afscheid van het echtpaar en zet de spullen in mijn auto. Vlug stap ik
in, start de auto en ik ben op weg. Mijn avontuur is begonnen.
Hoofdstuk 3.
Op de grote weg ga ik de afslag na Zoetermeer er af. Ik pak de weg
binnendoor. En op een stille plek kleed ik mij vlug verder om. Dat valt
niet mee om in de nauwe ruimte van de auto mijn costuum uit te trekken
en de rok en de blouze aan te trekken. Maar het lukt. Nu nog de pruik
op. Voorzichtig schik ik de krullen van de pruik waarvan het haar tot
een eind op mijn rug valt.
Ik start de motor weer en rijd weer verder. Ook na Gouda rijd ik nog
binnendoor. Een eindje voor Woerden vind ik een plekje om de rest te
vervolmaken. Ik pak de make-up spullen en maak mij op. Cr?me op mijn
gezicht, rouge, mijn ogen werk ik bij met eyeshadow, ik trek een
lijntje, maak mijn wimpers zwart, en werk mijn lippen bij. Sierraden
haal ik uit mijn colbert en doe ze aan. Armband en horloge aan de pols.
Ketting rond mijn nek en oorhangers clips ik aan mijn oren. Zo, nu
alleen nog even de nagels van mijn vingers lakken en ik ben klaar. Ook
dat lukt redelijk en als ik in het kleine spiegeltje van de auto kijk,
ben ik best tevreden.
Weer start ik de auto en rijd nu zo vlug mogelijk naar de grote weg
toe. Utrecht is nu al gauw bereikt en even voor twee uur parkeer ik de
wagen bij mijn nieuwe tehuis. Even aarzel ik nog. Zal ik het doen? Even
denk ik nog na over de consequenties. Maar dan stop ik mijn
mannespullen in het kleine koffertje, doe de damesschoentjes met
behoorlijk hoge naaldhakken aan mijn voeten. Ik ben er klaar voor. Met
de twee koffers en het kleine koffertje loop ik naar de deur en bel
aan.
Het duurt een paar minuten eer er wordt opengedaan. Maar dan gaat de
deur open. En in de deuropening staat ze dan. Weer valt het op hoe mooi
ze wel is. En weer voel ik die doordringende blik op mij gericht. Ook
nu is zij weer helemaal in het leer gekleed. Alleen nu is het
donkerrood. Het steekt fantastisch af tegenover het zwarte lange haar.
'Kom binnen Roberta,' klinkt het vriendelijk.
'Dag mevrouw. U ziet het. Ik ben toch gekomen.'
'Ik had niet anders verwacht. Volg mij maar weer naar mijn kantoortje.'
Even ben ik verslagen. Zij had niet anders verwacht.
'Zet je koffers maar hier even in de gang neer, Roberta.'
Ik zet mijn koffers neer en ga voor haar de trap op, naar haar
kantoortje.
Met haar hand wijst zij naar de bank en zegt: 'ga zitten.'
Zij gaat tegenover mij achter het bureau zitten. Dan vervolgt ze: 'ik
zal je eerst vertellen hoe ik heet. Ik ben Helga Peterson. Je kan mij
mevrouw Helga noemen. Als ik je goed heb begrepen, heb je geen geld om
de huur een maand vooruit te betalen?'
'Nee mevrouw Helga. Ik had de huur daar al vooruit betaald en dus heb
ik nu niet genoeg om U vooruit te betalen. Ik wilde U vragen of ik het
aan het eind van de maand mag betalen.'
'Dat is niet nodig. Als je mij helpt en als je alles voor mij doet, dan
krijg je de kamer zonder huur te betalen. Je werkt, heb ik het goed.'
'Ja mevrouw Helga. Ik werk in Den Haag. Ik moet daar om half negen
zijn, dus moet ik ongeveer half acht weg en om een uur of zes ben ik
dan weer thuis. Het is een beetje moeilijk ....'
Ze onderbreekt me: 'Dat is geen probleem. Zodra je 's-avonds thuis
komt, maak je het eten voor ons twee?n klaar. Daarna was je nog even af
en zorg je voor koffie en zo. Als er nog iets te doen valt, dan zal ik
het wel zeggen. In het week-end kan je dan wat aan het huis doen. E?n
keer in de week komt er een mevrouw om het huis een goede beurt te
geven. Verder kan je in het week-end of op koopavond de boodschappen
doen. Ik verwacht natuurlijk wel dat je mee betaalt aan het eten. Je
betaalt daar vierhonderd gulden in de maand voor. Begrepen?'
'Ik ......, ja mevrouw Helga. Ik ......'
'Ik wil je er nogmaals op wijzen dat ik heel erg van orde en netheid
houd.'
'Ja mevrouw Helga.'
'Dan heb ik hier een overeenkomst. Ik wil hebben dat je die tekent,
zodat wij weten wat we aan elkaar hebben en er geen problemen kunnen
ontstaan. Kom even hier en zet je handtekening.'
Overdonderd sta ik op en ga naar het bureau toe.
'Maar ....., maar ..., de kamer......'
'Dat zit wel goed. De kamer kan je dadelijk zien. Kom, zet je
handtekening.'
En ik krijg zelfs geen kans om de overeenkomst eerst te lezen. Ze drukt
een pen in mijn hand en ik zet mijn handtekening onder de overeenkomst.
'Goed. Ik zal even voorlezen wat er in de overeenkomst staat. Ga
zitten.'
En ze leest langzaam voor:
'Ondergetekende, Roberta van Amoren, oud 21 jaar, heeft
toestemming om voor onbepaalde in ??n van de toegewezen kamers te
wonen. De huur van de kamer is vooralsnog nihil. Als
tegemoetkoming in de kosten van de voeding betaalt zij vierhonderd
gulden per maand. Als tegenprestatie voor het gratis bewonen van een
kamer zal zij niet alleen vrijwillig huishoudelijke werkzaamheden
verrichten, maar ook alle opdrachten van mede-ondergetekende, mevrouw
Helga Peterson, zonder enig protest uitvoeren. Bovendien zal zij
zonodig de kleding dragen die wordt voorgeschreven.
Deze overeenkomst is alleen door mede-ondergetekende te
be?indigen.
Utrecht, 15 juni 1990. Roberta van Amoren.
Ook zij zet nu haar handtekening er onder.
Zo. Daar zit ik mooi aan vast. Een beetje argwanend kijk ik haar aan.
Maar ze glimlacht alleen even vriendelijk. En dat sust mij een beetje.
Ik denk dat het alles nog wel zal meevallen.
'Haal je koffers naar boven, Roberta.'
Weer dat bevelende. Maar gelaten haal ik de koffers naar boven. Mevrouw
Helga wacht op mij op de overloop.
'Je kamer is op zolder. Loop maar voor mij uit naar boven.'
Ik sjouw de koffers nog een trap op omhoog. Ook hier is een overloop en
er zijn twee deuren. Op haar aanwijzing neem ik de rechtse deur. Ik kom
kennelijk aan de achterkant of hoe het ook zit. De deur open en ik loop
de kamer, mijn kamer binnen.
Het is een grote kamer. Schuin dak. Links hangen gordijnen en vitrage.
Ze zijn dicht. Rechts is nog een deur. Ik kijk rond. Ook hier is alles
zwart. Een prachtig twee-persoons bed, zwart hout, zwarte sprei, zwarte
dekens, maar zilverkleurige lakens en kussens. Een zitje van zwart
leer, een bar, kasten, toilettafel, het behang. Alles is zwart. Zelfs
de overgordijnen die een deel van de wand beslaan het de vitrage daar
tussen in. Alleen de schuine wanden zijn weer zilverkleurig.
Door de deur rechts kom ik in de badkamer. De wand achter het bad is
helemaal van spiegels, de rest is weer zwart. Het bad, de wastafel, het
toilet, het bidet, de handdoeken zelfs, de tegels, zwart. De kranen
zijn weer zilverkleurig. Het ziet er wel allemaal even mooi en sjiek
uit. Maar wel erg zwart.
Als ik terug ben in de kamer zegt mevrouw Helga: 'berg je spullen maar
eerst even op. Kom daarna maar naar de keuken en zet koffie. Ik kom ook
naar de keuken toe en zal je de rest van het huis laten zien. Tot zo.'
Ze draait zich om en gaat de kamer uit. Mij met een probleem
achterlatend. Want waar laat ik mijn mannekleding. De kasten kunnen in
elk geval niet op slot. Het enige is de mannekleding maar in een koffer
laten en die op slot doen en ergens onderin de kast stoppen. Er zit
niets anders op. Of...... Ik kan de koffer met mijn mannekleding in de
auto laten. Dat is nog veel beter.
Vlug sorteer ik alle spullen. Stop alle mannekleren in een koffer en
een costuum, overhemd, sokken, stropdas, schoenen in het kleine
koffertje. Daarin gaat ook mijn scheerapparaat. Gelukkig hoef ik mij
niet zo dikwijls te scheren. E?n keer in de veertien dagen zal wel al
genoeg zijn. Maar ik moet natuurlijk wel zorgen dat er geen schaduw van
haar is te zien. Het scheerapparaat is gelukkig oplaadbaar, dus kan ik
mij in de auto scheren als het nodig is.
Dan de koffer met de damesspulletjes. Eerst de kleding. Ik maak de kast
open. Tot mijn verbazing zie ik dat de kast zeker al half vol met
dameskleding hangt. Vlug kijk ik even wat er allemaal hangt en ligt.
Allemaal heel dure kleding. Heel wat beter dan mijn bij elkaar
verzamelde jurken, blouzes en rokken. Ook de lingerie ziet er uit om te
kwijlen. Wat doet het eigenlijk in deze kast?
En als ik mijn make-up-spullen in de toilettafel opberg blijkt dat ook
hierin van alles staat. Meer dan compleet is alles. Als mijn koffer
leeg is en ik mijn, vergeleken met wat er in de kast hangt, weinige
kleding heb opgeborgen, kijk ik rond in de kamer.
Het valt mij op dat alles zeer luxueus is. Ik ben toch wel met mijn
neus in de boter gevallen. Zo'n prachtige kamer heb ik nog nooit gehad.
Alleen jammer dat eigenlijk alles in het zwart is. Dan maar eens naar
buiten kijken. Maar dan schrik ik. De overgordijnen zijn aan
weerskanten van de wand maar een paar meter breed. En als ik de zwarte
vitrage daar tussen in opzij wil schuiven merk ik dat er totaal geen
ramen in de kamer zitten. Het is gewoon een muur waarvoor de gordijnen
en de vitrage zijn gehangen. Ook het raam in de badkamer blijkt nep.
Ook hier is achter het zwarte gordijn zwarte vitrage en daarachter weer
een muur.
Ik zal hier altijd kunstlicht moeten aanhebben. Zoiets raars heb ik nog
nooit gezien. Nog overdonderd ga ik voor de toilettafel zitten en werk
mijn make-up een beetje bij. Zal ik nog iets anders aantrekken? Of zo
maar naar beneden gaan. In de grote spiegel van de kast bekijk ik
mijzelf. Het is eenvoudig. Een witte blouze, een beetje doorzichtig.
Wijde mouwen, strak om de pols. Een zwarte rok, een soort
doorknoopmodel. Donkere nylons, zwarte schoentjes met vrij hoge
naaldhakken, wat eenvoudige sierraden. En op mijn hoofd de blonde
pruik. Het haar tot een eindje op mijn schouders. Het kan zo wel.
Ik zit nog met ??n ding. Hoe krijg ik mijn koffer weer in de auto? Maar
ach, dat zie ik maandagmorgen wel.
Voorzichtig daal ik de twee trappen af naar beneden. Eigenlijk heb ik
nog nooit een trap afgelopen op zulke hoge hakken. Het zal wel even
duren eer ik dat gewend ben. Maar dat geldt eigenlijk voor alles.
Beneden in de keuken ga ik aan de slag. Doe water in het reservoir van
het koffie-apparaat, koffie en in, ding aanzetten. Verder zet ik kopjes
klaar op het dienblad, de suikerpot, kannetje melk, lepeltjes. Ik leer
het al aardig.
Als de koffie is doorgelopen, schenk ik de kopjes vol. Op dat moment
komt mevrouw Helga de keuken binnen.
'Volg mij maar naar de salon, Roberta. Dan drinken wij eerst een kopje
koffie en dan laat ik je het huis zien.'
Ik volg haar de gang in naar de salon. Op de drempel blijf ik even
staan. Ook dit is een zaal van een kamer. En ook hier is natuurlijk
alles in zwart en zilver. Het is af. Heel erg luxueus.
Zij gaat op de driezitsbank zitten van zwart leer. Ik geef haar haar
koffie en wil zelf dan ook gaan zitten. Maar ze wijst op een laag leren
kussen. Daar mag ik op zitten. Mijn benen kan ik er niet erg op kwijt.
En ik weet niet goed hoe ik moet zitten.
Ze bekijkt mij van top tot teen, terwijl ik mijn koffie drink. Als het
kopje leeg is, zegt ze plotseling: 'sta eens op Roberta.'
Vlug ga ik staan en zet het kopje weg.
'Hier in huis wil ik dat je je vlot kleedt. Maak die knopen van die rok
los, dat zal al een stuk beter zijn.'
Gelaten maak ik een paar knopen los. Maar het is niet voldoende. Ze
moeten allemaal los. En als ik daarna haar kopje aanneem en ook op de
tafel zet, valt tijdens het lopen de rok open en is het boord van mijn
nylons te zien.
Mijn eerste middag bij mevrouw Helga verloopt rustig. Ik moet nog eens
koffie inschenken, later op de middag een glaasje en mag zelf ook een
glaasje likeur drinken. Maar tegen zes uur mag ik voor het eten zorgen.
Ook dat is een nieuwe belevenis voor mij. Dat heb ik nog nooit gedaan.
Met een kookboek en wat gegoochel krijg ik toch iets Chinees voor
elkaar.
Na het eten mag ik de boel afwassen en ook 's-avonds moet ik aan het
werk voor koffie en een drankje. Maar om een uur of elf stuurt mevrouw
Helga mij naar mijn kamer. Mijn eerste dag bij haar zit er op.
Ik wens haar weltrusten en zij zegt dat ze mij om een uur of negen met
het ontbijt op haar slaapkamer verwacht.
Hoofdstuk 4.
Op mijn kamer kijk ik nog even rond. Werkelijk aan alles is gedacht. De
kamer is meer dan compleet. Weer kijk ik in de kasten. Haal een
prachtige jurk uit de kast en houd de jurk voor mij. Het is iets
prachtigs. Maar ik durf niet verder te gaan. Vlug hang ik de jurk weer
op.
Traag kleed ik mij uit. In de badkamer bekijk ik mijn naakte lichaam in
de vele spiegels. Boven het zeer vrouwelijk opgemaakte gezicht. Beneden
een pik en er tussenin geen borsten.
Ik wend mij af en maak mijn gezicht schoon. Vlug neem ik een douche en
trek daarna een wufte nachtjapon aan. Een nachtjapon van mijzelf. Zo
kruip ik in bed.
Maar het duurt nog een hele tijd eer ik in slaap val. Allerlei
gedachten schieten door mijn hoofd. Nog steeds vraag ik mij af of ik
hier goed aan heb gedaan. Ik kom er niet uit. Gelukkig val ik dan
uiteindelijk toch in slaap.
De volgende morgen schrik ik wakker. Het is aardedonker. Het duurt even
eer ik weet waar ik ben. Geschrokken kijk ik op de wekkerradio, maar
het is nog geen acht uur. Ik heb nog even tijd.
Toch kruip ik uit mijn bed. Ik zal toch volledig gekleed bij haar met
het ontbijt moeten komen. Dus toch maar aan de slag.
Weer vlug in bad. Na het afdrogen eerst weer opmaken. Het gaat mij best
al aardig af. Het lukt best. Beetje voor beetje verandert mijn gezicht
in de spiegel van de toilettafel.
Nu nog kleden. Veel keus heb ik niet. Alleen de blouze, rokje en bolero
die ik donderdag heb aangehad en de blouze en de rok die gisteren heb
gedragen. Ik heb alleen nog een jurkje, maar dat stelt niet veel voor.
En voor de winter nog een jurk en een trui en een rok. Veel keus is er
dus niet.
De jurk misschien. Ik pak de jurk uit de kast. De stof is dun, het
rokje valt erg wijd en is vrij kort. Het moet maar. Eerst de BH aan en
een slipje. Allebei wit en met veel kant. Ook het gordeltje is van
witte kant. Ik trek de zwarte nylons aan en maak ze voorzichtig van aan
de jarretelles.
Dan het jurkje aan. Het is een beetje krap en met moeite krijg ik de
rits dicht. Gelukkig heb ik wel een paar bijpassende schoentjes bij het
lichtroze jurkje. Maar ook deze hebben natuurlijk weer superhoge
naaldhakken. Ik doe ze aan en maak de bandjes vast. Pruik op mijn
hoofd, sierraden en horloge aan en ik ben klaar. Voor de spiegel staar
ik naar mijn beeld. Het rokje is wel erg kort. Het komt maar net over
het boord van mijn nylons. En als ik draai, deint de dunne soepele stof
van het rokje met elke beweging mee. Ik ben er klaar voor.
Zacht loop ik naar beneden, naar de keuken. Het is nog voor half negen.
Vlug maak ik eerst voor mijzelf een paar boterhammen klaar. Met een
paar kopjes thee werk ik alles naar binnen.
Dan maak ik het ontbijt klaar voor mevrouw Helga.
En precies negem uur tik ik op de eerste verdieping aan de deur van
haar slaapkamer. Op haar antwoord ga ik naar binnen.
'Goede morgen mevrouw Helga.'
'Goede morgen Roberta.'
Mevrouw Helga zit rechtop in bed. 'Zet het blad maar op de tafel,
Roberta. Ik kom wel uit bed.'
Ik breng het blad naar de tafel en mevrouw Helga komt uit bed. Ze
draagt een zwarte, finaal doorzichtige nachtjapon. Haar blanke tietjes
zijn duidelijk zichtbaar. Bewonderend kijk ik naar het prachtige
lichaam dat helemaal zichtbaar is in de dunne stof. Ze glimlacht even
als zij mijn blik ziet.
'Ga zitten, Roberta,' en zij wijst op een tweede stoel bij de tafel.
Als ik om de tafel heen loop, bekijkt zij mij uitgebreid. Even denk ik
dat er een misprijzende blik in haar ogen komt als zij mijn eenvoudige
jurkje bekijkt. Maar ze glimlacht alleen even.
Terwijl zij haar thee drinkt en een hapje van haar boterham neemt,
bekijk ik haar wat nauwkeuriger. Nu zij niet is opgemaakt schat ik haar
toch iets ouder. Maar niet veel ouder. Hooguit veertig.
'Ik heb je gevraagd of je ooit iets met jongens heb gehad, Roberta. Je
hebt daarop ontkennend geantwoord. Toen ik je vroeg of je dan iets met
een meisje heb gehad, kwam je antwoord aarzelend. En als ik aan je blik
denk, toen je mij uit bed zag komen, komt bij mij de gedachte op dat je
misschien lesbisch bent. Klopt dat, Roberta?'
Ik schrik op. Mijn gezicht wordt rood. Geschrokken reageer ik: 'ik
....., nee mevrouw Helga. Ik ben echt niet lesbisch. Maar .... maar ik
heb gewoon nog geen tijd gehad om met jongens uit te gaan. En wel
verschillende keren met een vriendin. Maar ......, maar daarom ben ik
toch nog niet lesbisch.'
Weer lacht ze. 'Nee, dat niet. Maar toch. Ik heb mijn twijfels. Maar
dat is niet erg, Roberta. Ik zou absoluut niet willen dat mijn hulp met
een jongen naar bed zou gaan. Ik hoop dat je daar aan denkt, Roberta.
Ik wil absoluut geen jongens hier over de vloer. Een meisje kan mij
niet schelen. Maar geen jongens. Denk je daar voortaan aan.'
'Ja mevrouw Helga. Echt, ik zal niet met een jongen uit gaan.'
'Goed Roberta. Wil je nu nog een kopje thee voor mij inschenken.'
Vlug sta ik op om aan haar verzoek te voldoen.
In mijn haast mors ik een beetje thee op het schoteltje.
Mevrouw Helga kijkt verschrikt. 'Ik heb je gezegd dat ik heel erg op
orde en netheid ben gesteld, Roberta. Als straf ga je maar een poosje
in de hoek staan. In de hoek bij de deur met je gezicht naar de muur.'
Aarzelend kijk ik haar aan. Meent zij dat nu echt. Maar ze vervolgt:
'kom, schiet op. Ik heb je gezegd dat ik je zal straffen als dat nodig
is. Ga in de hoek staan.'
Even kijk ik haar nog vragend aan. Maar dan sta ik op en ga in de
aangewezen hoek staan. Met mijn gezicht naar de muur.
Gespannen wacht ik af. Maar zij drinkt kennelijk rustig haar thee op en
gaat dan voor de toiletspiegel haar gezicht schoon maken. Ze maakt geen
haast. In de hoek wiebel ik van mijn ene been op het andere. Het valt
niet mee om zo lang te staan op die enorm hoge naaldhakken.
Maar dan komt zij naar mij toe. 'Je mag je omdraaien, Roberta. Breng
het dienblad maar naar de keuken. Was alles maar even af en zet dan
koffie. Ik kom na mijn bad direct naar beneden.'
Ik draai mij om. Mevrouw Helga heeft haar nachtjapon uitgetrokken. Ze
is nu naakt. Weer staar ik naar het prachtige lichaam. Ze heeft een
onvoorstelbaar prachtig figuur. Haar tietjes priemen recht vooruit.
Haar buik is plat en haar schaamhaar is in de vorm van een hartje
geschoren. Als zij zich omdraait, zie ik haar stevige billen. Ze heeft
echt nog het figuur van een jong grietje.
Maar zij stoort zich verder niet aan mij en gaat naar de badkamer. En
ik pak het dienblad en ga terug naar de keuken.
De afwas van gisteravond staat er ook nog. Samen met de ontbijtspullen
was ik alles af. Mijn gedachten gaan terug naar de slaapkamer. Denk aan
het prachtige lichaam, dat zich zo openlijk aan mij toonde. Zonder
schaamte liet mevrouw Helga haar lichaam zien. Omdat ze denkt dat ik
ook een vrouw ben. Maar ik had moeite om mijn lustgevoelens te
onderdrukken.
Wat zal er gebeuren als zij er achter komt dat ik een jongen ben? Dat
het een jongen is die naar haar naakte lichaam staart. Ik denk dat ik
dan gauw moet maken dat ik weg kom. Misschien roept zij de politie wel!
Ik moet er niet aan denken. Waar moet ik dan heen? Misschien kom ik dan
wel in de gevangenis? Oh ....., was ik er maar nooit aan begonnen.
Maar ik ben nu te ver gegaan. Er is geen weg terug.
Gelaten zet ik koffie. Ik doe zo goed mogelijk mijn best. Zorg dat de
kopjes brandschoon zijn, poets het dienblad nog eens op. Pas als ik
zeker weet dat alles er perfect uitziet, breng ik alles naar de salon.
Nog even wacht ik met inschenken, maar als ik hoor dat mevrouw Helga de
trap af komt, schenk ik de koffie voor haar en voor mij in.
Mevrouw Helga is nu vriendelijk. Ze vraagt wat over mijn werk en ik
vertel de waarheid. Waar ik werk en wat voor werk ik wel doe.
De dag gaat gezellig voorbij. Maar na het avondeten stuurt zij mij al
gelijk naar mijn kamer. Met de smoes: 'je moet morgen weer werken,
Roberta. Ga maar tijdig naar bed.'
Hoofdstuk 5.
De volgende morgen trek ik de witte blouze, het zwarte rokje en de
bolero weer aan. Vlug zorg ik voor haar en voor mijn ontbijt. Ik breng
het nog even naar haar slaapkamer.
'Ik ga naar mijn werk mevrouw Helga. Tot vanavond.'
'Tot vanavond, Roberta. Prettige dag.'
Op mijn kamer haal ik vlug mijn koffer met mannekleren en neem die mee
naar de auto.
Onderweg kleed ik mij op een stil plekje om. Netjes als man gekleed
verschijn ik op mijn werk.
En op de terugweg naar Utrecht gaat het in omgekeerde volgorde. In de
autospiegel maak ik mij op en in de nauwe ruimte verwissel ik weer van
kleding. Even na zes uur ben ik weer thuis.
De rest van de week verloopt ook zo. Elke avond na het eten stuurt zij
mij al naar mijn kamer. Dus veel contact heb ik de hele week niet met
haar gehad. Wel heb ik nog twee keer in de hoek moeten staan. Beide
keren had ik bij het opscheppen van het eten wat op de tafel gemorst.
Om de vrede te bewaren heb ik maar niet geprotesteerd.
Maar vrijdagavond na het diner stuurt zij mij voor het eerst niet naar
mijn kamer. Ik zorg voor de koffie. Natuurlijk ben ik weer zo stom om
een beetje suiker op haar schoteltje te morsen.
'Ik vind dat je nu wel iets meer straf heb verdiend, Roberta', klinkt
het gelijk.
Ze staat op en gaat op een stoel zitten. 'Kom hier, Roberta.'
Ik loop op haar toe en ga voor haar staan. Haar blik gaat over mijn
lichaam. Ik voel mij naakt, gekleed in mijn dun, kort jurkje. Maar
mevrouw Helga pakt mijn hand en zorgt dat ik naast haar kom te staan.
Dan pakt zij mij beet en drukt mij in ??n beweging naar voren. zodat ik
voorover over haar knie?n lig. Geschrokken weer ik af, maar ik krijg
geen kans. Ze trekt mijn rokje omhoog. schuift mijn slipje een klein
stukje naar beneden en dan vernedert zij mij diep. Haar hand gaat
omhoog en komt neer op mijn onbeschermde billen. Nog negen slagen
volgen. Met grote kracht komt haar hand neer. Ik ben zo overdonderd dat
ik mij niet kan verweren.
Na de tiende slag trekt zij mijn slipje weer over mijn billen.
Ondanks de vernedering voel ik dat het gloeien van mijn billen mij heet
maakt. Met moeite kan ik voorkomen dat mijn pik gaat staan.
Vlug kom ik overeind. Trillend blijf ik staan op mijn hoge naaldhakken.
Ik weet niet wat ik moet doen. Even wil ik terugslaan, maar dan beheers
ik mij. Als ik dat doe, dan kan ik gelijk vertrekken. Maar moet ik dit
dan toelaten? Ik geloof dat er niets anders op zit.
'Voortaan zal ik je zo straffen, Roberta. Het in de hoek staan helpt
totaal niet. Als jij iets doet dat mij niet bevalt zal ik je straffen
met een aantal klappen op je blote billen. Ik heb dat nu met mijn hand
gedaan, maar ik heb daar ook een kort zweepje voor. Denk er aan dat je
je dus voorbeeldig gedraagt. Heb je dat begrepen, Roberta?'
Even aarzel ik met mijn antwoord. Maar dan knik ik: 'ja mevrouw Helga.
Ik zal proberen goed op te letten.'
'Goed Roberta. Ga verder met het inschenken van de koffie.'
Zo netjes mogelijk ga ik verder. Voorzichtig bied ik haar haar kopje
aan. En ga dan op het leren kussen zitten. Langzaam nip ik aan mijn
koffie.
Ze is nu weer vriendelijk. 'Ik heb deze week een beetje op je gelet,
Roberta.'
Ik schrik op. Heeft ze ontdekt dat ik een jongen ben?
Maar zij vervolgt: 'ik geloof dat je niet al te veel kleren hebt,
nietwaar.'
'Nee mevrouw Helga. Dit jurkje, nog twee rokje en een paar blouzes. En
dan nog iets voor de winter. Ik verdien niet zo veel, dus kan ik haast
geen kleren kopen.'
'Je mag voortaan wel de kleren dragen die in de kasten in jouw kamer
hangen. Ik zal straks iets klaar leggen. Dat draag je morgen maar. Is
dat goed?'
'Oh mevrouw ....., heel erg graag. Ik vind het heel erg mooi wat in de
kast hangt en zo. Ik zal het heel graag dragen.'
Alleen het idee al dat ik die kleren mag dragen, maakt mij opgewonden.
Zo opgewonden, dat als ik later op de avond een glaasje inschenk, weer
wat mors.
Het is gelijk raak. Mevrouw Helga pakt mij beet en weer ga ik over de
knie. Met veel kracht krijg ik twintig klappen op mijn blote billen. En
weer gaat mijn pik bijna staan. Mijn billen gloeien nu enorm en ik kan
er haast niet op zitten.
Ze glimlacht als ze ziet dat ik met moeite kan zitten. 'Ja Roberta, ik
heb je gewaarschuwd. Je zal hier in huis je heel ordelijk moeten
gedragen. Ik zal mij zelf met je opvoeding bemoeien. Totdat je een heel
net meisje bent. Je mag mij wel dankbaar zijn.'
Ik geef geen antwoord en mevrouw Helga vervolgt: 'je bent mij toch wel
dankbaar, nietwaar Roberta.'
Aarzelend kijk ik haar aan. Wat moet ik? Als ik tegenwerk, sta ik
misschien morgen weer wel op straat. Laat ik haar haar zin maar geven.
En dus klinkt mijn antwoord, nog iets aarzelend. 'Ja mevrouw Helga. Ik
ben U dankbaar.'
'Waarvoor ben je mij dankbaar, Roberta?'
'Dat U mij zo netjes opvoed, mevrouw Helga.'
'Fijn Roberta. Voortaan bedank je mij als ik aan je opvoeding werk. Heb
je dat begrepen?'
'Ja mevrouw Helga,' antwoord ik aarzelend.
Verder verloopt de avond rustig. Tegen elf uur stuurt zij mij naar mijn
kamer. Boven overdenk ik mijn situatie. De voordelen en de nadelen. Ik
kan nu heerlijk elke avond als meisje gekleed rondlopen. Ik mag zelfs
de kleding uit de kasten op mijn kamer dragen. Maar daar staat
tegenover dat ik elke dag naar Den Haag moet reizen en mij onderweg
moet omkleden. En dat mevrouw Helga te veel op mij let. Bovendien is
zij heel erg streng en bij het minste krijg ik al een pak op mijn blote
billen of ik een klein kind ben. Dat is toch ook niet alles.
Maar voorlopig vind ik de voordelen toch nog groter. Ik zal het maar
accepteren. Misschien wordt het vanzelf minder. Dat is maar te hopen.
Langzaam kleed ik mij uit en neem dan een douche. Uit mijn eigen kast
haal ik een babydoll. Ook die is nog van mijzelf. Naast de wufte
nachtjapon die ik de eerste dagen heb gedragen, heb ik ooit deze
babydoll gekocht. Ook dit ding is erg doorzichtig en supervrouwelijk
met allerlei ruches. Het is half twaalf als ik in bed kruip.
Ook in bed schieten er nog allerlei gedachten door mijn hoofd. Maar ik
kom er niet uit.
Ik schrik als onverwachts de deur van mijn kamer opengaat. Mevrouw
Helga komt binnen.
'Ik zal voor morgen nog wat kleding klaar leggen, Roberta. Maar denk er
aan, je mag morgen pas kijken wat het is. Afgesproken?'
Ik kruip iets dieper onder de lakens en antwoord: 'goed mevrouw Helga.'
Ze rommelt een beetje in de kasten en legt wat kleding klaar op een
stoel. Dan draait zij zich om en loopt weer naar de deur. 'Weltrusten,
Roberta.'
'Weltrusten mevrouw Helga.'
Nog even tuur ik naar de kleding, maar dan doe ik het licht uit en
probeer te slapen. Dat duurt nog wel even, maar toch val ik na een
poosje in slaap.
Hoofdstuk 6.
De volgende morgen ben ik bijtijds wakker. Ik neem vlug een douche. Na
het afdrogen maak ik mij zorgvuldig op voor de toiletspiegel. Gelukkig
hoef ik mij niet te scheren. Alles ziet er nog glad uit. Nu maar kijken
wat zij heeft klaar gelegd.
Eerst een kanten BH. Het ding is behoorlijk doorzichtig. Ik maak het
ding vast en draai 'm om. En trek de bandjes over mijn schouder. Dan
stop ik er een paar van schuimrubber gemaakte kunsttietjes in. De
tepels die ik er op heb gefrabiceerd steken af in de dunne stof van de
BH. Ook het slipje is licht roze, piepklein en van kant. Met moeite
krijg ik mijn gevalletje er in. Ik stop alles een beetje weg tussen
mijn benen, zodat er geen bobbel zichtbaar is. Het gordeltje maak ik
vast rond mijn middel. Ook dit is van lichtroze kant. De nylons zijn
ook lichtroze en flinterdun. Ik haal eerst nog wat haren weg van mijn
benen eer ik de nylons aan doe. Voorzichtig trek ik ze aan en maak ze
vast aan de jarreltelles. Nu het jurkje. Ook het jurkje is lichtroze.
Ik trek het aan en maak de knoopjes aan de voorkant dicht. Verwonderd
kijk ik in de spiegel. Boven zit het vrij strak rond mijn lichaam, maar
beneden is het rokje wijd en klokkend. En het is erg kort. Ook hiervan
komt de rand van het rokje maar net over het boord van mijn nylons. Het
jurkje is supervrouwelijk en de stof heel erg dun. Aan de randen van
het rokje en de mouwen zitten ruches. Mijn BH en slipje zijn duidelijk
zichtbaar door de dunne stof heen. De schoentjes die klaar staan zijn
precies mijn maat. Ze zijn lichtroze en hebben enorm hoge naaldhakken.
Ik trek ze aan en maak de bandjes vast.
Nu nog mijn pruik en mijn sierraden. De pruik zet ik op mijn hoofd en
maak 'm vast met een paar spelden aan mijn eigen haar. Een paar
oorbellen hecht ik vast aan mijn oorlelletjes, een kettinkje rond mijn
hals, een armband en een horloge. Ik ben er klaar voor.
Bewonderend staar ik naar het beeld dat de spiegel weerkaatst. Het ziet
er enorm sexy en enorm vrouwelijk uit. Niemand kan toch ooit vermoeden
dat er onder die maskerade een jongen schuilt. Glimlachend bekijk ik
mijzelf. Dit is eindeloos. Zo wil ik blijven. Eigenlijk zou ik een
baantje moeten hebben waar ik overdag ook als meisje zou kunnen
rondlopen. Maar waar vind ik zoiets? Tegenwoordig moet je overal voor
worden gekeurd. Dus maak ik geen schijn van kans.
Maar kom. Ik moet voor het ontbijt zorgen. Nog ??n keer kijk ik naar
mijn spiegelbeeld en ga dan zachtjes naar de keuken. Eerst ontbijt ik
zelf en maak dan het ontbijt voor mevrouw Helga klaar. Ik zet alles
klaar op het dienblad en ga dan naar boven. Zacht tik ik op haar deur
en ga dan naar binnen.
Ze komt net uit de badkamer en is volkomen naakt. Als perplex blijf ik
staan. Bewonderend kijk ik naar het prachtige lichaam. Zo'n lichaam zou
ik ook wel willen hebben.
Mevrouw Helga glimlacht als zij mijn blik ziet. Ze komt naar mij toe en
streelt mijn wang. Even raakt haar borst mijn arm. Ik maak een
schrikbeweging en de thee in haar kopje gutst over de rand en komt op
het schoteltje.
Vlug zet ik het dienblad neer. Maar het is al te laat.
'Je hebt weer gemorst, Roberta. Ik zal je weer moeten straffen. Kom
hier.'
Mevrouw Helga gaat op een stoel zitten en ik ga naar haar toe. Ze pakt
mij beet en trekt mij voorover over haar benen. Haar naakte benen. Ze
doet mijn slipje een stukje naar beneden en mijn rokje omhoog. Dan
flitst haar hand omhoog en naar beneden. De eerste slag kletst op mijn
onbeschermde billen. De twee volgt. Slag na slag komt nu neer. Dan op
mijn linker bil, dan op mijn rechter. Nu, zo gestrekt op haar naakte
benen, voel ik dat ik heet word. Ik probeer tegen te stribbelen. Maar
het helpt niet. Ondanks alles gaat mijn pik staan. Ik voel dat hij
vooruit priemt in de dunne stof van het piepkleine slipje. Door mijn
gestribbel zakt mijn slipje nog iets verder.
Dan stopt mevrouw Helga. Even ben ik bang dat zij heeft ontdekt dat ik
een jongen ben. Maar dan komt de volgende slag. Pas bij de
vijfentwintigste slag vindt zij het genoeg. Ze trekt het slipje omhoog
en ik mag overeind komen.
Ik draai mij iets om, zodat zij mijn voorkant niet kan zien.Dan vlucht
ik weg, naar de keuken.
Daar kom ik langzaam een beetje bij. Ik stop mijn pik weer een beetje
tussen mijn benen en fatsoeneer mijn kleding.
En het duurt wel even eer ik met de koffie naar de salon ga. Maar
mevrouw Helga is net zoals altijd. Ze is aardig voor mij. In niets is
te merken dat zij heeft ontdekt dat ik een jongen ben. Ze heeft
gelukkig niet gemerkt dat mijn pik ging staan.
De dag verloopt verder rustig. 's-Middags wandelen wij even een stukje.
Eerst naar een plantsoen en daarna door het centrum terug naar huis. We
bekijken wat ?talages en gaan dan weer terug. Ook 's-avonds drinken wij
gezellig koffie en een glaasje.
Hoofdstuk 6.
Ook voor de volgende morgen legt mevrouw Helga kleding voor mij klaar.
De blouze is cr?me-achtig en het rokje bruin. Eigenlijk vind ik het wel
een beetje wuft om mee naar Den Haag te gaan. De blouze is voileachtig
en heel dun en doorzichtig. Ook het rokje heeft niet veel om het lijf.
Het is kort, klokkend en ook hiervan is de stof superdun. Als ik voor
de spiegel sta, zie ik mijn benen en het slipje door de stof heen
schijnen. Ook de schoentjes zijn donkerbruin en hebben natuurlijk
superhoge naaldhakken.
Maar kom. Het is toch alleen maar tot in de auto. Onderweg kan ik mij
omkleden en niemand die het verder ziet.
Vlug doe ik wat sierraden om en ga dan naar de keuken. Ik maak het
ontbijt klaar en breng dan het ontbijt van mevrouw Helga naar boven.
Maar als ik in haar kamer kom, staat zij al helemaal gekleed klaar.
Vragend kijk ik haar aan. Dit is voor het eerst. Meestal ligt zij nog
in bed of hooguit is zij in bad. Maar nu staat zij klaar of zij ook uit
moet.
'Ik moet ook naar Den Haag, Roberta. Ik kan mooi met jou meerijden. Dat
is voor jou ook gezelliger, nietwaar?'
Ik kijk haar aan of ik het Keulen hoor donderen. Verwezen kijk ik haar
aan. Maar ........, maar dat kan niet. Hoe kan ik mij dan omkleden?
Maar ik kan maar slecht zeggen dat zij niet mee kan. Dan zal ze willen
weten waarom dat niet kan. Ik weet niet wat ik moet zeggen.
Verbijsterd stamel ik: 'eh .... ja ....., nee ......, goed mevrouw
Helga.'
'Wat is er, Roberta?'
'Eh ...., niets mevrouw ......, ik ...... ik ga even mijn spullen
pakken ......'
'Ik kom zo naar beneden, Roberta.'
'Goed mevrouw.'
Ik vlucht naar mijn kamer. Wat moet ik doen? Misschien moet ik haar
ergens afzetten en kan ik daarna mij nog omkleden. Of zal ik zeggen dat
de auto het niet doet. Dat ik met de trein ga. Maar misschien gaat zij
dan toch wel mee, of met haar auto. Dan wordt het nog moeilijker. Maar
kom, ik zal wel zien hoe het loopt.
Aarzelend ga ik naar beneden. Na een paar tellen komt mevrouw Helga ook
naar benedem. Ik pak mijn koffertje en loop voor haar uit naar de gang.
Ik hou de deur voor haar open en zij doet de deur achter mij op slot.
Samen lopen wij naar de auto. Ik doe de deur voor haar open en ga dan
naast haar zitten. Starten en we zijn op weg.
Onderweg gedraag ik mij zenuwachtig. Maar mevrouw Helga babbelt
honderduit, vraagt wat over mijn werk. Gespannen geef ik antwoord. Als
wij in Den Haag aankomen, vraag ik: 'waar kan ik U afzetten, mevrouw
Helga?'
'Je werkt toch in het centrum. Zet mij maar gewoon bij jouw werk af. Ik
moet ook in het centrum zijn, dus hoef je geen extra moeite te doen.'
Gelaten rijd ik naar mijn kantoor. Daar kan ik de auto in de
ondergrondse garage zetten. Er zit niets anders op. Ik moet wel als
vrouw gekleed naar binnen.
Voor de ingang stop ik.
Ze lacht mij vriendelijk toe en buigt zich voorover. Vluchtig drukt zij
haar mond op mijn mond: 'bedankt, Roberta. Vanavond om vijf uur wacht
ik je hier weer op. Afgesproken?'
Aarzelend kijk ik haar aan. Maar dan knik ik: 'goed mevrouw Helga.'
Ze stapt uit en ik rijd naar binnen. Ik probeer een stil plekje op te
zoeken. Maar ik kan niets vinden. Dus zet ik de wagen maar gewoon neer
en ga dan naar de trap. Bij de trap zijn een paar toiletten. Deze zijn
nooit zo druk. De mensen komen pas van huis en de meesten gaan dan toch
op de ?tage waar ze werken. Ik schiet het damestoilet in, ga een WC
binnen en draai de deur op slot.
Vlug kleed ik mij uit. Uit mijn koffertje haal ik mijn mannencostuum.
Ondergoed heb ik niet, dus houd ik mijn dameslingerie maar aan. Ik maak
mijn gezicht schoon, haal de nagellak van mijn nagels. Mijn dameskleren
en de pruik verdwijnen weer in het koffertje. Ik geloof dat ik klaar
ben.
Stil luister ik of er verder nog iemand in het toilet is. Maar het is
stil en dus waag ik het er maar op. De WC uit en gelijk door naar
buiten. En dan gelijk weer het mannentoilet in. Ook daar is gelukkig
niemand. Voor de spiegel kijk ik of het te doen is. Het valt mee. De
make-up is er wel van af en ook mijn nagels zijn toonbaar. Ik was mijn
gezicht nog even met een beetje water. Zo moet het maar weer. Nog even
een kam door mijn haar en ik ga het toilet uit.
Naar mijn bureau op de vierde ?tage. Nog steeds een beetje gespannen ga
ik aan het werk. Het valt die dag niet mee. Ik maak nog al wat fouten
en ik krijg nog al wat aanmerkingen op mijn werk. Maar in de loop van
de middag gaat het iets beter. Maar ook dan pieker ik nog hoe ik het om
vijf uur moet oplossen.
Om vijf uur ga ik vlug naar beneden. In de garage wacht ik even bij de
toiletten. Pas als ik zeker weet dat er niemand binnen is en het ook
verder rustig is, schiet ik het damestoilet in. Er is niemand. Vlug ga
ik de WC binnen en begin met mijn maskerade. Mijn mannenkleding uit en
mijn dameskleding uit het koffertje halen. De mannenkleding er weer in.
Op de rand van de WC maak ik mij in een klein spiegeltje weer op. De
pruik op mijn hoofd en dan vlug aankleden. Mijn nagels lak ik maar
niet. Eer dat die weer droog zijn? Het moet maar zo.
Als ik klaar ben, ga ik in de toiletruimte voor de grote speigel kijken
of alles een beetje is gelukt. Ik werk mijn gezicht nog een klein
beetje bij en ik ben klaar. Nu naar de auto.
Als ik de garage uitkom, staat mevrouw Helga al te wachten. Ik stop
voor haar en zij stapt in. Weer buigt zij zich voorover en zoent mij
vol op mijn mond.
'Hallo, Roberta. Fijn gewerkt vandaag.'
'Dag mevrouw Helga. Ik ..., ja hoor, het ging wel.'
Op de terugreis babbelt zij weer honderduit. Ze heeft eerst wat zaken
afgehandeld in Den haag en 's-middags is zij naar Scheveningen gegaan.
'Leuk,Roberta. Een volgende keer moet je meegaan. Ik heb heerlijk
topless gezond. Ik zal straks laten zien hoe bruin ik ben geworden.'
Gelaten laat ik het over mij heen komen. Wat kan ik er verder aan doen?
Niets toch zeker. Ik kan nergens heen. Ik moet wel bij haar blijven en
maar hopen dat zij niet ontdekt dat ik een jongen ben. Laat ik er maar
het beste er van maken.
Lachend vervolgt ze: 'heb jij wel eens topless of naakt gezonnebaad,
Roberta?'
'Nee, nog nooit. Ik geloof niet dat ik dat durf', antwoord ik benepen.
Thuis helpt zij mij met het diner klaarmaken. Daarna dineren we samen,
lekker met een glas wijn er bij.
Na het afwassen zorg ik voor de koffie en mevrouw Helga gaat een bad
nemen. Om een uur of acht heb ik de koffie klaar. Ik breng alles naar
de salon en roep naar boven dat de koffie klaar staat.
Als ik haar naar beneden hoor komen, schenk ik de kopjes in. Op dat
moment komt zij de salon in, ze is naakt op een paar slippers met hoge
hakken na. Mijn hand schokt en ik mors koffie op het schoteltje.
'Kijk eens hoe bruin ik ben geworden vandaag, Roberta.'
Ze loopt naar mij toe en draait zich in de rondte. Verdwaasd staar ik
naar het prachtige lichaam voor mij. Ze is inderdaad al behoorlijk
bruin. Alleen de plaats waar het bikini-broekje heeft gezeten, steekt
wit af tegen de verder bruine huid. Ook haar tietjes zijn prachtig
egaal bruin.
'Ja ......' stamel ik. 'U bent al erg bruin, mevrouw.'
Als zij op de bank zit, geef ik haar haar kopje. Het schoteltje waarop
ik heb gemorst, houd ik zelf. Ik ga tegenover haar zitten. En ik kan
mijn ogen niet van het naakte lichaam afhouden. Met moeite kan ik mijn
pik in bedwang houden.
Zij leest wat in een tijdschrift. Maar als ik om een uur of tien een
glaasje inschenk, vraagt zij: 'kan je dansen, Roberta?'
'Een beetje mevrouw Helga.'
'Ik zet even een CD op, dan kunnen we een beetje dansen,' lacht zij.
Ik wil mij verzetten. Dat kan toch niet. Zij is naakt.
'Maar ......, maar U bent ..... U heeft niets aan ....'
Ze lacht: 'wat geeft dat nu, Roberta. Wij vrouwen onder elkaar. Dat is
toch niet erg.'
En mevrouw Helga pakt mij beet. Ze drukt mij stevig tegen zich aan.
Mijn pik is er niet tegen bestand en gaat staan. Als zij mij even los
laat, zie ik zelfs de bobbel in het kortje rokje. Maar zij ziet niets.
We dansen een paar keer.
Ze drukt haar mond op mijn mond. Even voel ik haar tong naar binnen
priemen. Ik heb het niet meer.
Gelukkig stopt zij dan. Vlug ga ik zitten. Zo zitten dat zij de bobbel
in mijn rokje niet kan zien.
We drinken nog wat en gaan dan naar bed. Mevrouw Helga loopt mee naar
mijn kamer en legt kleding voor de volgende dag klaar. Als zij weg is,
ga ik naar de badkamer. Onder de douche trek ik mij af. De ontlading is
hard nodig. Wild spuit ik mijn zaad onder de hete stralen van de
douche.
Nahijgend kom ik langzaam bij.
Als ik in bed lig, overdenk ik mijn situatie. Ben ik dan toch niet
vrouwelijk genoeg? Ik kan mij niet in bedwang houden als ik Helga naakt
zie. Ze maakt mij heet. Waarom moet ik nu net bij een lesbische vrouw
in huis komen? Ze draait maar naakt om mij heen onder het mom van 'wij
vrouwen onder elkaar'. Maar voor mij is ze lesbisch. Zal ik toch weer
een andere kamer moeten zoeken. Zo als het nu gaat komt zij op een dag
er achter dat ik een jongen ben. En dan kan ik het wel schudden. Sta ik
?l? minuut op straat.
Het duurt uren eer ik in slaap val. En ik kom er niet uit. De volgende
morgen sta ik nog half slaperig op. Vlug neem ik een douche en maak mij
dan voor de spiegel op. Dan trek ik de kleding aan die mevrouw Helga
heeft klaar gelegd. Eerst maar het slipje. Het is van lichtroze kant en
piepklein. Het valt niet meer om mijn pik een beetje onzichtbaar in dit
slipje weg te werken. Ik kijk wat er verder ligt. Geen BH, maar een
lichtroze kanten, volkomen doorzichtig hemdje met spagetti-bandjes. Aan
de voorkant houden een paar strikjes alles bij elkaar. Het is kort en
komt nog niet tot aan mijn navel. Geen jarretellegordeltje en geen
nylons. Wel een lichtroze rokje. Kort en wijd met ruches aan de rand.
De stof is dun en doorzichtig. Van dezelfde stof is er een soort jasje.
Het kan niet dicht en valt redelijk ver open zodat het lichtroze kanten
hemdje goed zichtbaar is. Een paar lichtroze schoentjes met superhoge
naaldhakken completeren het geheel.
Gelaten kijk ik in de spiegel en zet de pruik op mijn hoofd. Met een
paar spelden zet ik 'm vast en doe dan de sierraden aan. Ik ben klaar.
Maar klaar waarvoor. Moet ik zo naar Den Haag?
Vlug ga ik naar beneden en maak het ontbijt klaar. Maar als ik bij
mevrouw Helga binnen loop, zit zij al weer volledig gekleed klaar.
Ze lacht: 'goede morgen Roberta. Ik heb het gisteren zo fijn gevonden
in Den Haag, ik ga weer maar met je mee.'
Geschrokken kijk ik haar aan. Dan zal ik toch in deze kleding de zaak
moeten binnen lopen. Hopelijk gaat het net zo goed als gisteren.
Mevrouw Helga pakt mijn hand en bekijkt mij uitgebreid.
'Ga even voor de spiegel zitten Roberta.'
En als ik zit, vervolgt zij: 'je wenkbrauwen zijn toch een ietsje te
zwaar. Ik zal ze even weg epileren. Dat staat veel beter. En ik zal
gelijk gaatjes in je oren schieten. Dan heb ik een paar leukere
oorbellen voor je. Die zullen beter bij zit pakje passen.'
Ik krijg geen kans om te protesteren. Met een pincet trekt zij haartje
na haartje uit mijn wenkbrauwen. Tot slot trekt zij met een potlood een
paar nieuwe wenkbrauwlijntjes. Dan schiet zij met een apparaatje een
gaatje in elk van mijn oorlelletjes en hecht dan een paar lichtroze
oorbellen aan mijn oorlelletjes.
'Zo Roberta. Je ziet er nu veel leuker uit.'
Ze heeft wel gelijk. Maar hoe moet dat nu op mijn werk. Hoe verklaar ik
dat ik geen wenkbrauwen meer heb? En dat van die gaatjes ontdekken ze
natuurlijk ook. Zal ik mij ziek melden?
Maar dat gaat ook niet. Al babbelend neemt mevrouw Helga mij mee en
even later zijn wij op weg naar Den Haag.
Hoofdstuk 7.
Mevrouw Helga rijdt weer mee tot voor mijn kantoor. Er zit niets anders
op om maar weer als meisje gekleed naar binnen te rijden en mij in het
toilet van de garage om te kleden. Het is gisteren goed gegaan, waarom
zou het vandaag niet lukken.
Bij de ingang van de garage zwaai ik even naar de portier. Eigenlijk
moet iedereen zijn pasje laten zien, maar meestal kijken zij alleen
maar naar de sticker op de auto.
Maar nu komt de portier uit het hokje en ik moet blijven staan. 'Mag ik
Uw pasje even zien, mevrouw.'
Geschrokken kijk ik hem aan. Wat moet ik nu? Zeggen dat ik het ben
vergeten? Maar dan moet ik zeker mee en een bonnetje invullen. Ik laat
hem maar gewoon mijn pasje zien. Misschien heeft hij het niet in de
gaten?
Ik pak mijn pasje uit mijn tasje en geeft het hem. Hij bekijkt het
nauwkeurig en kijkt dan naar mij.
'Hier klopt iets niet. Wilt U Uw auto even aan de kant zetten en
meekomen.'
Als verdwaasd kijk ik hem aan. Wat ..... Wat heeft hij ontdekt? Half in
paniek zet ik de wagen aan de kant en volg de man naar zijn hokje.
'Gaat U zitten, mevrouw."
Hij pakt de telefoon en draait een nummer.
Na een paar minuten komt het hoofd van de beveiliging binnen.
'Wilt U even meegaan, mevrouw.'
'Maar ......, maar ...., waarom ....... Wat is er aan de hand?'
'Er klopt iets niet met Uw pasje mevrouw. Wij moeten even alles
controleren.'
Nog steeds panisch volg ik de man naar zijn kantoor.
Hij laat mij plaatsnemen en vraagt: 'U werkt bij de financi?le
afdeling, zie ik.'
Ik knik, niet in staat om antwoord te geven.
'Ik zal even Uw chef vragen hier te komen als controle, mevrouw.'
Ik ben geslagen. Nu zal zeker alles uitkomen. Hoe kan ik mij hier nog
uitredden?
Na vijf minuten komt mijn chef binnen. Ik kon toch al niet erg met de
man opschieten. Dus ik vrees het ergste.
'Goede morgen meneer Woestaert. Volgens het pasje werkt deze mevrouw op
Uw afdeling. Kent U deze mevrouw?'
De man bekijkt mij even en zegt dan nors: 'nog nooit gezien.'
'Op het pasje staat Robert van Amoren, wonende te Utrecht. Werkt die
bij U op de afdeling.'
'Dat klopt. Robert van Amoren werkt op mijn afdeling. Maar hoe komt die
mevrouw aan dat pasje.'
De veiligheidsman draait zich naar mij en vraagt: 'wie bent U en hoe
komt U aan het pasje?'
Mijn gezicht is nu vuurrood